Matteüs 11:2-15
Er zijn mensen die graag Jezus als voorbeeld nemen en vandaag vragen we ons af of we daar ook wat aan hebben. Om de strijd tegen de armoede altijd bij ons te dragen is er een wit polsbandje ingevoerd. Soms zou je willen dat alle polsbandjes vervangen worden door een regenboogpolsbandje, dat herinnert ons aan de strijd tegen kanker, tegen aids, tegen zinloos geweld, tegen armoede en tegen alle andere slechte dingen in de wereld. Maar het eerste witte polsbandje werd ooit uitgereikt aan CDA politicus Jan Peter Balkenende. Dat Jan komt van Johannes, die immers het stof van de mensen afspoelde om ze op een nieuwe manier te laten beginnen, dat Peter komt van Petrus, de Simon die als zendeling door Jezus er op uit was gestuurd om de boodschap te brengen dat de slaaf gelijk was aan zijn meester en die C in het CDA komt van Christus wat in het Grieks gezalfde betekent en de titel was die men aan Jezus had gegeven. Je mag dan ook van die eerste minister verwachten dat er iets verandert aan de armoede. Aan Jezus werd dat ook gevraagd, en die zei alleen dat ze moesten kijken, blinden zagen weer licht, lammen leerden lopen, doden werden opgewekt en aan de armen werd goed nieuws verkondigd. Moet je zien wat die Balkenende tot stand heeft gebracht, opnieuw wordt er bezuinigd op de gezondheidszorg, uitkeringen worden afgeschaft, duizenden gehandicapten tot de bedelstaf veroordeeld, en de tariefmuren voor de armste landen verhoogd. Niet voor niets werd door de bondgenoten van Balkenende in de VVD geroepen dat de aktie met dat polsbandje belachelijk was, mensen hoeven toch niet stil te staan bij armoede. Balkenende is daarna nooit meer gezien met dat polsbandje. Of het nieuws voor de armen echt goed wordt ligt geheel aan onszelf. Het smoezenboek is dikker dan de Bijbel. Op oneigenlijke gronden niet doen wat Wijs is wordt in alle toonaarden bezongen. Het begin van de Wijsheid is het ontzag voor God, die te vinden is bij de Wet uit de Woestijn. Die wet die zich laat samenvatten als: “je moet je naaste liefhebben als je zelf”. Als we ons allemaal aan die regel zouden houden breekt het koninkrijk van God aan. Sinds Johannes echter opriep om juist die weg te gaan en het stof van het oude leven af te spoelen wordt dat Koninkrijk met geweld bedreigd. Het gaat zelfs zover dat mensen het zich willen toeëigenen en wie was het ook al weer die een beperking van de hypotheekrenteaftrek, waardoor de meeste subsidie in ons land bij de rijkste mensen terecht komt, onbespreekbaar heeft verklaard. Jezus neemt het zeer op voor Johannes, hoe verschillend ze ook zijn beiden gaat het om de mensen die weg van de dood zich naar het leven zouden moeten keren. Want de dag dat armen bevrijd worden zal komen, brandend als een oven, Johannes was, net als de profeet Elia, daar een wegbereider voor.