Kolossenzen 1:12-23
12 ¶ Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis die alle heiligen wacht in het licht. 13 Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, 14 die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden. 15 Beeld van God, de onzichtbare, is hij, eerstgeborene van heel de schepping: 16 in hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen. 17 Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem. 18 Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn:19 in hem heeft heel de volheid willen wonen 20 en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis. 21 Eerst was u van hem vervreemd en was u hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind, 22 maar nu heeft hij u door de dood van zijn aardse lichaam met zich verzoend om u heilig, zuiver en onberispelijk bij zich te brengen. 23 Maar dan moet u blijven geloven, onwrikbaar gegrondvest zijn in de hoop die het evangelie brengt, het evangelie dat u gehoord hebt en dat aan alle schepselen onder de hemel verkondigd is, en waarvan ik, Paulus, de dienaar ben geworden. (NBV)
In de Bijbel spelen liederen een belangrijke rol. Er is zelfs een heel Bijbelboek vol liederen en gedichten, het boek van de Psalmen, maar ook in bijna elk ander boek van de Hebreeuwse Bijbel en het Nieuwe Testament zijn liederen te vinden. In liederen zijn nu eenmaal andere dingen tot uiting te brengen dat logische redeneringen of feitelijke verhalen. In liederen kun je het gevoel tot uiting brengen dat de wereld om je heen oproept. Ook in onze dagen spelen liederen een grote rol. Er is een overvloed aan kerstmuziek dat gevoel van warmte en plezier oproept in een jaargetijde waarin het koud is en mensen op elkaar zijn aangewezen. In onze voetbalstadions is het samen zingen langzamerhand een belangrijk onderdeel van de wedstrijden geworden, het geeft de supporters het gevoel deel te krijgen aan het resultaat van het door hen bewonderde voetbalteam. Vandaag lezen we het lied dat aan de mensen in Kolosse in herinnering wordt gebracht. Het is een lied waarvan geleerden aannemen dat het gezongen werd in Joodse kringen waar het Grieks de belangrijkste voertaal was geworden. Voor ons is zo’n lied dan ook niet vanzelfsprekend mee te zingen.
Over wie gaat dit lied bijvoorbeeld? Het eerste deel, van de verzen 15 tot en met 20 zou over God gaan, maar vanaf vers 21 gaat het duidelijk over Jezus van Nazareth. Nu heeft de kerk pas na een paar honderd jaar uitgesproken dat de God van Israël en Jezus van Nazareth één in wezen waren, samen met de Heilige Geest overigens. Dat Goddelijke van Jezus van Nazareth is echter een beeld dat van begin af leefde bij de Christelijke gemeente. In het Nieuwe Testament kun je dat terugvinden als daar verteld wordt dat Jezus zei dat niemand de Vader kon zien dan door hem. Dat voor de Schepping van hemel en aarde God al zijn Wijsheid had lezen we in het boek Spreuken waar de Wijsheid als apart persoon, een vrouw, wordt gepresenteerd. Dat Jezus als, goddelijke mens, al voor de schepping bij God bestond is dan ook niet zo vreemd. Het lijkt heel erg op het begin van het Evangelie naar Johannes waar het Woord, denk maar aan de scheppingswoorden, vlees is geworden en onder ons heeft gewoond. Zo wordt Jezus van Nazareth bezongen.
Maar wat is dan de betekenis van een lied als dit. Het zingt over bloed en over verzoening, begrippen waar we tegenwoordig niet zo veel meer mee kunnen. Maar het zingt ook over de machten en de krachten, de heersers en de machthebbers in de wereld. Volgens dit lied zijn die allemaal onderworpen aan de macht van God, aan de kracht van Jezus die zich aan het kruis liet hangen. De gedachte er achter is dat de liefde van God, de liefde die we allemaal met onze naaste mogen delen, niet dood te krijgen is, door niks en niemand. Toen het volk Israël in slavernij in Egypte was moesten ze op een dag allemaal een lam slachten, het vlees roosteren en het bloed aan de deurposten smeren. Dat bloed zorgde er voor dat de dood aan hun deur voorbij ging en ze werden bevrijdt van slavernij. Zo zorgt het bloed van Christus aan het kruis dat de dood voorbijgaat aan zijn boodschap van liefde. In zijn Woord blijft hij leven en wij blijven in hem leven als we zijn Woord volgen, als wij ons leven inrichten zoals hij dat heeft aangegeven. De armen mogen we voorhouden dat hun onderdrukkers niet de macht in deze wereld hebben, hoeveel machtsvertoon ze ook ten toon spreiden. De liefde voor elkaar, het vormen van gemeenschappen waar iedereen zonder onderscheid aan mag meedoen, bevrijdt ons van de angst voor die machthebbers en daarmee bevrijdt het ons van armoede en onderdrukking. Zo mogen we ook vandaag dit lied meezingen.