Efeziërs 2:1-10
Je hoort het onder gelovigen nog wel eens, hoe kun je nu samenwerken met ongelovigen als het gaat om het brengen van recht en gerechtigheid, als het gaat om het voeden van de hongerigen, het kleden van de naakten, het recht doen aan de armen. Dat kan toch alleen met de hulp van God, dan kan alleen in de Geest van Jezus van Nazareth. Het antwoord is natuurlijk dat God met de onderdrukten is, met de hongerigen, met de armen en dat het om hen gaat en niet om de vraag wie er wel of niet geloofd. Maar het misverstand over de gelovigen is er al sinds de dagen van Paulus. “Wij geloven dus zijn wij goed”. Dat is wat er is gemaakt van de brief van Paulus aan de mensen in Efeze. Dat niemand zich kan laten voorstaan op de liefde die men heeft voor de naaste en het streven onophoudelijk in de liefde te leven wordt dan gemakshalve vergeten. De woorden van Paulus klinken weer mooi en hoog verheven. Dat komt natuurlijk ook omdat ze in de loop van de eeuwen zo vaak los zijn gebruikt van de maatschappelijke werkelijkheid, dat ze leeg en zonder betekenis zijn geworden. Het is het geloof dat Karel de Grote gebruikte toen hij de Germanen voor de keus stelde zich te laten dopen of te sterven. Het is het geloof dat IS hanteert bij de inrichting van haar Islamitische Staat. Het heeft met Christendom of Islam niets te maken.
Laten we eens zien wat de woorden van Paulus vandaag de dag wel zouden kunnen betekenen. Paulus begint met te vertellen over de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht en de geest die werkzaam is in hen die de God van Israël ongehoorzaam zijn. In onze wereld gaat het over macht en profijt. Geesten kennen we niet meer, en vogels die de toekomst voorspellen ook niet meer. Dat waren machtsinstrumenten van de Romeinse Keizers. Maar door de lucht komt nog van alles op ons af dat ons op de weg van winst en profijt brengt. Via radio en televisie worden we dag aan dag gebombardeerd met reclame voor producten waarvan we niet veel meer weten dan dat ze bestaan. Of ze gemaakt worden in vrijheid door volwassenen en niet door slaven of kinderen wordt er niet bij verteld, of ze zuinig omgaan met grondstoffen en het milieu niet onnodig vervuilen wordt er niet bij verteld, of er voor de grondstoffen in de derde wereld een eerlijke prijs wordt betaald zie of hoor je niet terug in de reclame. Alle vergrijpen tegen de wetten van eerlijk delen, zonde noemt de Bijbel dat, worden verzwegen en wij worden verleid om ons te laten beheersen door de begeerte naar de producten zelf, om ons te laten beheersen door het hebben van dingen in plaats van door het liefhebben van mensen.
Maar, zegt Paulus, omdat we nu eenmaal elk moment opnieuw kunnen beginnen en de liefde voor onze naaste ons de ogen opent voor wat eerlijk en rechtvaardig is kunnen we opstaan uit de dood van de consumptiemaatschappij en tegen die krachten in het geweer komen. Zelfs eeuwen nadat Paulus zijn brief schreef, in de Romeinse Keizerlijke veel goden samenleving, kunnen wij nog herkennen waar het leven is en waar de dood. We moeten dan wel gevoelig worden voor de propaganda. Dat de aanhangers van IS dingen doen die fout zijn is duidelijk. Maar wij zijn niet beter, wij blijven Karel de Grote een grootheid noemen. Zo hebben moslims in hun geschiedenis ook voorbeelden van de verbreiding van het geloof met het zwaard, voorbeelden die de overgrote meerderheid van de moslims vandaag niet meer zouden willen volgen, zoals wij het beleid van Karel de Grote zeer zouden afkeuren. Dat we het onnodig angst zaaien mogen herkennen maakt ons niet tot betere mensen maar tot mensen die ook anderen mee kunnen nemen op die nieuwe weg, de weg van het leven, van Fair Trade, eerlijk delen en zorgen dat iedereen mee kan doen. In het vertrouwen die niet het kwaad zal overwinnen maar het goede. We mogen er vandaag weer mee beginnen.