Nehemia 7:72b-8:8
Voor een stad is de watervoorziening een levensader. Je merkt dat in onze dagen als er weer eens een hoofdwaterleiding is gesprongen en zelfs ziekenhuizen de operaties moeten afzeggen omdat er te weinig schoon drinkwater beschikbaar is. De Palestijnen in de Gaza strook merken dit ook allemaal. Het afsnijden van een burgerbevolking van de watervoorziening is dan ook een oorlogsmisdaad. Water is dan ook een belangrijk onderwerp in de ontwikkelingssamenwerking. Schoon drinkwater voor de mensen, voldoende water voor planten en dieren en bescherming tegen water dat het land dreigt te overspoelen. Geen wonder dan ook dat in de stad van de Vrede die onder leiding van Nehemia vorm had gekregen de mensen bij de Waterpoort bij elkaar kwamen. En wat gingen ze doen? Bidden en zingen? Welneen, ze vroegen de Priester Ezra, zelf ook schrijver, om het Wetboek van Mozes, de Thora, te halen en voor te lezen.
Wat hier nu precies mee is bedoeld weten we niet. Onder de Wetten van Mozes worden over het algemeen de eerste vijf boeken van de Bijbel verstaan, Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Dat ze alle vijf achter elkaar zouden zijn voorgelezen lijkt gelet om hun omvang nogal onwaarschijnlijk. Er zijn geleerden die aannemen dat alleen het boek Deuteronomium is voorgelezen omdat dat boek in en na de ballingschap een grote invloed moet hebben gehad op het tot stand komen van de hele Hebreeuwse Bijbel zoals wij die nu kennen. Anderen houden het er op dat alleen de 10 geboden zijn voorgelezen, al lijkt dat weer wat weinig gelet op het vervolg van het verhaal. Hoe het ook zij, de stad van de vrede begint met het zich inprenten van de Wet van de Liefde, de wet die zegt dat je je naaste moet liefhebben als jezelf. Dat is pas God liefhebben boven alles. Ze hadden Ezra op een speciale verhoging gezet zodat iedereen hem goed zou kunnen horen.
Priesters en Levieten stonden het dichtst bij Ezra. Die Priesters en Levieten gingen vervolgens de Wet aan iedereen uitleggen. Dat ze het hadden begrepen zou snel genoeg blijken. Na een lange ballingschap, na een angstige tijd van herstel van de muren, was het begin van de nieuwe samenleving een emotioneel gebeuren. Velen barsten in huilen uit staat er. Maar huilen is niet het gepaste antwoord op de geboorte van een nieuwe samenleving. Dat hoort een feest te zijn. En dat feest krijgt een vorm die een antwoord is op de voorlezing van de Wet. Er komt een maaltijd waaraan iedereen kan meedelen. In de nieuwe samenleving is niet alleen voor iedereen een plaats, iedereen kan er ook aan meedoen. Dat is pas een stad van de Vrede, daar kunnen we nog steeds een voorbeeld aan nemen.