Nehemia 5:1-13
Het bouwen aan een samenleving van samen werken, samen leven en samen delen gaat niet vanzelf. Dat “samen delen” halen de machtigen en de beschermers van de rijken er maar al te snel van af. En als de zogenaamde vertegenwoordigers van sociaal voelende en hard werkende mensen graag mee willen delen in de macht dan gaat dat “samen delen er inderdaad vanaf. We konden het hebben over een vorige Nederlandse regering maar het verhaal dat we hier lezen gaat nog steeds over de bouwers aan de stad van de vrede Jeruzalem. Ook daar komen de armen in opstand. Bij iedereen kan het immers voorkomen dat een oogst mislukt, dat er ziekte uitbreekt, dat verkeerde keuzes worden gemaakt en dat door het een of het ander armoede toeslaat. In het oude IsraĆ«l moest je dan de familieakker verkopen. Dan moest je jezelf verhuren, dat heet in de Bijbel al slavernij. Dan moet je ook je kinderen in slavernij laten gaan. Een toekomst voor jou, voor je kinderen en kleinkinderen is er dan niet meer bij.
Ooit waren er wel wetten tegen het verloren gaan van toekomst maar die was men al eeuwen vergeten. Nehemia weet zich er nog wel een te herinneren. Je mocht van je volksgenoten geen rente op leningen heffen. Een wet die ook vandaag in de Islam nog herinnert wordt. Rente heffen wordt gelijk gesteld met uitbuiting. De armste landen in de wereld kennen het probleem dat de rente op hun leningen zo groot is geworden dat de hulp die ze krijgen nog niet genoeg is om de rente op de schulden te betalen. Nehemia laat daarom de rente afschaffen en de schulden kwijtschelden. Maar het is niet genoeg, zoals het ook vandaag niet genoeg is als de armste landen de schulden kwijt gescholden zouden worden. Nehemia stelt voor om opnieuw te beginnen. Land te geven aan wie het land is kwijtgeraakt en te delen van de rijkdommen die zijn verzamelt. En daarmee geeft hij gehoor aan de belofte door God gedaan toen Jozua het land verdeelde.
Elke vijftig jaar zouden de slaven worden vrijgelaten en kon het volk weer opnieuw beginnen. De woede van Nehemia is de woede die je voelt als je echt met de armsten in de wereld samen de maaltijd deelt. In Accra, de hoofdstad van Ghana, hebben de kerken van de wereld, de Wereldraad van Kerken, dat een aantal jaren geleden gedaan. Daar werd een oproep geformuleerd aan alle gelovigen om de armoede de wereld uit te helpen. In de Protestantse Kerk van Nederland speelt die oproep nog steeds een grote rol. Leidende figuren uit die Kerk hadden in Accra de maaltijd gedeeld in het vroegere slavenverblijf met afstammeling van slaven. Dat verblijf lag in een kelder onder de kerk van de Nederlandse slavenhouders. Wij moeten dus misschien afdalen om onze onrechtvaardige tolmuren af te gaan breken. Pas dan is volgens het verhaal van Nehemia de stad van de vrede op te bouwen.