Deuteronomium 28:1-14
Als je je aan de wet van de woestijn houdt, je naaste liefhebt als jezelf, zorgt voor de vreemdeling, de weduwe en de wees, zorgt voor recht en vrede dan zul je gezegend worden is de samenvatting van het stuk uit de Bijbel dat we vandaag lezen. Die “Wet van de Woestijn” is dus niet een Wet waaraan je je moet houden in de zin waaraan wij ons aan wetten moeten houden maar die Wet moet je zien te vervullen, zo zal de wereld er uit moeten gaan zien. Alles wordt dan gezegend, je huis, je oogst, je werk, je rust, ja zelfs de vrucht van je schoot. Maar wat is dat gezegend dan eigenlijk. Leuk natuurlijk dat iemand het zegent, we herinneren ons nog wel dat het iets goeds is, maar wat moet je er mee. Veel mensen hebben vroeger leren bidden voor het eten, “Here zegen deze spijze amen” Dit bidden is veel mensen vergaan en aarzelend zei iemand eens dat de zegen wel in het brood zat ingebakken. In de Bijbel wordt gezegend vaak gebruikt in de zin van “tot heil”, dat brengt iets goeds, het beantwoordt dan ook aan de wezenlijke bestemming.
En daarmee is de uitspraak dat je gezegend zult zijn, geworden tot de boodschap dat je tot zegen zult zijn. Je kan iets goeds betekenen, je vervult ook je bestemming. Alles wat je meebrengt kan iets goeds betekenen. En dan mag je ook anderen zegenen. In de kerken is het uitspreken van de zegen nogal iets plechtigs, wat maar het liefst overgelaten wordt aan gestudeerde voorgangers, maar dat is ten onrechte. Zorgen dat ook je naaste iets goeds gaat betekenen en alles wat je naaste meebrengt, is immers het gevolg van het vervullen van de Wet van de Liefde. En daarmee krijgt dat rare woord “zegen” een heel nieuwe betekenis voor het dagelijks leven. Brengt wat we doen iets goeds teweeg, worden de armen er beter van, bevrijdt het de onderdrukten, heeft het iets te betekenen voor de vreemdeling, de weduwe en de wees? Vragen die we van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat kunnen stellen. Vragen ook die we aan anderen mogen stellen. Is het tot zegen wat je doet? Is het tot zegen wat je bezit? Is het tot zegen wat je op deze zaterdag koopt? Is het tot zegen waarmee je je op deze zaterdagavond vermaakt? Niet dat er allerlei wetjes en regeltjes van fatsoen zijn waar je je aan moet houden, nee integendeel, het gaat om de vraag of het andere mensen net zoveel goed doet als het jou doet.
De zegen zit dus niet in het brood gebakken, de zegen komt pas als het brood is gebroken en gedeeld met anderen. Daarom vieren ze morgen in veel kerken, ook Protestantse kerken, een maaltijd, om dat zegenen van elkaar te oefenen. Wie de Wet bekijkt zoals de Heidenen de Wet bekijken, je moet je er aan houden dus alles moet eigenlijk hetzelfde blijven, weet dat je ook wel eens Wetten breekt en op het breken van de Wet staat straf. In de Kerk doet men dan of God die straf uitdeelt en als je berouw hebt van het breken van de Wet je genade geeft. Maar dat is geen Bijbelse manier van kijken. Genade is het dat God het zo heeft ingericht dat de Wet waarvoor je in beweging moet komen ook echt vervuld kan worden, dat je echt ziet dat de hongerigen gevoed zijn en de gevangenen bevrijd. Genade is ook dat je elke dag er weer opnieuw mee mag beginnen, beginnen mag de Wet van de Liefde te vervullen, ook vandaag weer. Voor die genade mogen we ook dankbaar zijn, het maakt je toch blij dat je weet dat je de samenleving zo mag veranderen dat recht en gerechtigheid, dat Liefde, haar grondslag wordt.