Psalm 9:1-11
Vandaag en morgen zingen we mee met Psalm 9. Eigenlijk vormt deze met Psalm 10 een eenheid. Samen vormen de eerste letters van de diverse verzen weer het Hebreeuwse ABC. Maar in de loop van de geschiedenis is men de beide psalmen apart gaan nummeren. Er ontbreken een paar letters uit het Hebreeuwse alphabet en sommige passages zijn ook niet altijd even helder te vertalen. Zo bestaat er discussie over het opschrift. De meeste geleerden nemen aan dat “De dood van een zoon” gaat over een ander lied waarvan de wijs is geleend. Maar sommige geleerden nemen aan dat deze psalm een vreugdepsalm is bij de dood van Absalom, de zoon van David die zich zo hardnekkig verzette tegen zijn vader dat hij bijna het hele volk ten onder liet gaan. De vertaling van de titel opzich is al dubieus. De Statenvertaling liet hier gewoon het Hebreeuws staan. Maar goed, ons gaat het om de boodschap van de Psalm en die is niet onduidelijk. In tijden van nood kan de verdrukte een beroep doen op de Liefde en uiteindelijk zal God een burcht zijn voor hen die zich op hem beroepen. God is daarbij een rechtvaardige rechter die alle volken tot hun recht laat komen. Want berechten in de Bijbel gaat niet alleen, en mischien wel helemaal niet, over veroordelen, maar veel meer om het tot hun recht laten komen van mensen. In de Liefde, bij God, bereiken mensen, worden ze, dat wat ze eigenlijk zijn, ze zijn dan zoals ze van oorsprong zijn bedoeld. Niet alleen ieder mens afzonderlijk maar alle volken van de wereld. En het is een wonderlijk gebeuren als mensen ineens hun schroom en angst afleggen en worden wat ze kunnen worden. Juist in het helpen van anderen, van mensen in nood, van de minsten, blijken mensen veel meer in hun mars te hebben dan ze ooit hadden gedacht. Dan blijken landen als Nigeria en Brazilië op de Wereldhandelsconferentie’s ineens niet alleen aan hun eigen belang te denken maar zich als sterke woordvoerders van de armste landen uit hun werelddeel op te kunnen werpen. Dan zijn ze in staat het egoïstische Westen zo onder druk te zetten dat die wel antwoord moeten geven op de roep om rechtvaardige handelsverhoudingen. Die rechtrvaardige handelsverhoudingen zijn er nog niet, er wordt nog gestudeerd op de vraag hoe Amerikaanse en Europeese boeren kunnen overleven als ze niet meer met staatssteun de overschotten kunnen dumpen op de markten van de armste landen in de wereld en op een eerlijke manier moeten concureren met de plaatselijke boeren. Maar kleine stapjes zijn gezet, suiker wordt een grondstof waar oneerlijke concurentie afgeschaft is. Nu blijkt dat we met een veel kleinere suikerproductie toekunnen, maar boeren in de Derde Wereld hebben ineens een toekomst. Het begin is er, nu de rest nog.