Genesis 20:1-18
Â
De tweede keer dat Abraham behoorlijk wat verdient aan een leugentje om bestwil. Sara moet een knappe vrouw geweest zijn want eerst in Egypte en nu in Gerar was Abraham bang dat de koning hem dood zou maken om die knappe vrouw in de wacht te slepen. Haar door laten gaan voor zijn zuster is dan heel wat veiliger. Bovendien was Sara zijn halfzuster en kennelijk waren de normen toen zo dat je met je halfzuster mocht trouwen. Dat gaat tegenwoordig niet zo gemakkelijk meer op, maar ook normen en waarden zijn aan verandering onderhevig. Wie krampachtig aan verouderde normen wil vasthouden komt van een koude kermis thuis. Dat mensen liegen in een vreemde omgeving omdat ze bang zijn is niet zo heel vreemd. Dat kan de besten overkomen.
We kennen toch nog wel het verhaal van Ayaan Hirsi Magan die kamerlid was en moest aftreden omdat ze had gelogen. Bijna was ze zelfs geen Nederlandse geweest, maar gelukkig is dat rechtgetrokken zodat ze gemakkelijker inmiddels Amerikaanse kon worden. Volgens dit verhaal moet dit trouwens voor de betreffende minister een uiterst onvruchtbare ervaring geweest zijn. We moeten vreemdelingen daarom niet altijd op hun woord geloven maar op zoek gaan naar de droom die hen uit hun land deed gaan. Ver van je verwanten rondzwerven doe je niet zomaar. Op de Middellandse Zeemerken we elke dag dat mensen dat doen zelfs al loopt hun leven aantoonbaar gevaar. Daar drijft de armoe hen van huis en haard. Toen Abraham naar Egypte ging was het de hongersnood die hem voortdreef. Wat hem bewoog naar Gerar te gaan staat er niet bij maar voor veetelers die rondtrekken kan een tekort aan gras hen zomaar in een andere streek doen belanden.
Overigens zou het ook hetzelfde verhaal kunnen zijn als dat van die keer in Egypte maar nu door een ander verteld. De naam van de Heer, door onze vertalers altijd vertaald met Heer, heet hier in het oorspronkelijke handschrift anders dan tot nu toe. Komt in de Bijbel meer voor en voor ons lezers is dat niet erg, iedere keer valt er weer wat anders op voor ons dagelijks leven. De Bijbel is per slot van rekening geen boek dat geschreven is door gestudeerde geschiedeniswetenschappers of door integere journalisten. De Bijbel is geschreven door mensen die geloofden in de God van Israël, die er van overtuigd waren dat als je de geboden van die God zou onderhouden als richtlijnen voor een menselijke samenleving dat land dat overvloeit van melk en honing er ook zou komen. Ze verzamelden verhalen die het lang hadden uitgehouden onder het volk dat het met die God gewaard had en die schreven ze op. We leren hier in elk geval dat het nuttig kan zijn goed naar vreemdelingen te leren luisteren voor ze af te wijzen.