Genesis 18:1-15
De droom van Abraham krijgt langzaam aan gestalte in het verhaal dat wij dezer dagen uit Genesis lezen. Een droom van een groot volk dat op een nieuwe manier met elkaar en met een God om zou leren gaan. Abraham begint daar zelf maar mee als hij een aantal vreemdelingen in de buurt van het kampement ziet. Brood en een geslacht kalf moeten worden bereid om de vreemdelingen te eten te geven. Je moet maar durven, vreemdelingen die onverwacht opduiken uit de woestijn. Nu was Abraham wel vergezeld van een stevig leger, dat net een aantal rovers had verslagen, maar toch. Gastvrijheid kent voor ons grenzen, speciale gevangenissen zelfs, voor Abraham kennelijk niet. Die vreemdelingen hebben een bijzondere boodschap namelijk dat zo’n houding als die van Abraham pas echt vruchtbaar is.
Sara die het brood heeft gebakken en stiekum ziet of ze ook mee mag doen lacht verbaasd. Ze mag kennelijk ook meedoen, ze wordt opgemerkt, de liefde voor de naaste, voor de vreemdeling ook , betrekt ook haar in het verhaal. Niet het uiterlijk vertoon van de eerste te willen zijn en daar anderen voor gebruiken. Hagar had een eigen plaats gekregen in het verhaal en de zoon van Hagar, Ismael , bleef de zoon van Hagar en werd nooit de zoon van Sarai zoals ze had voorgesteld. Maar brood bakken en delen met vreemdelingen dat maakte haar pas vruchtbaar, naastenliefde levert pas een toekomst op.Van delen wordt je rijker.
Van die droom en van die houding kunnen we heel veel leren. Want hebben wij een toekomst, heeft ons volk een toekomst als we ieder voor zich naar hebben en houden blijven streven, of hebben we als volk een toekomst als we bereid zijn te delen met de mensen om ons heen. Abraham betrok eerst zijn knechten en slaven in zijn verhaal door ze allen te laten besnijden, en alleen de mannen hoefden besneden te worden, en vervolgens schonk hij aandacht aan de vreemdelingen die voorbij kwamen. Bij ons moet de Protestantse Kerk Nederland recht zoeken bij de Europeese Rechter om recht te krijgen voor vreemdelingen die in gevangenissen worden opgesloten zonder dat ze een misdrijf hebben begaan. De PKN zoekt recht voor hen omdat anders dit verhaal van Abraham niet meer verteld kan worden. Want waarom toen wel en vandaag bij ons niet? Het mag ook bij ons, elke dag opnieuw, ook vandaag, gastvrij de vreemdelingen ontvangen.