Handelingen 17:1-15
Wie brengt nu wie in oproer? We moeten het gedeelte van vandaag nauwkeurig lezen om daar achter te komen. We weten nog dat Paulus en Silas in Philippi uit de gevangenis waren ontslagen na de aardbeving daar. Ze waren doorgereisd naar Tessalonica. Daar begonnen ze in de Synagoge week in week uit te discussiëren. Nu staat er ook bij ons in deze of gene kerk wel eens iemand op die een discussie begint, na de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn werd een secte die daar een gewoonte van maakt zelfs landelijk nieuws, maar meestal blijft het bij een enkel incident. In Synagogen was het niet ongewoon om een discussie te beginnen over de juiste uitleg van de schriftgedeelten die er werden gelezen, maar wat Paulus deed ging veel verder. Hij betrok de schriftgedeelten op de geschiedenis van Jezus van Nazareth en dat was nieuw.
Wie traditioneel aan de Hebreeuwse Bijbel wilde vasthouden zal zich groen en geel geërgerd hebben aan die nieuwlichterij. Want wie waren daartoe aangetrokken? Het verhaal spreekt over Grieken die God vereerden en vrouwen uit hoge kringen. Twee groepen die in de Synagoge niks te vertellen hadden. Die Grieken waren geen Joden, ze konden het met veel moeite wel worden, dan moesten ze de Tora uit hun hoofd kennen en zich laten besnijden. Die vrouwen moesten in elk geval hun mond houden. Eigenlijk hoorden vrouwen niet in de Synagoge thuis, ze waren van nature al op de hoogte van de Tora en moesten de discussie aan de mannen overlaten. Voor Paulus bestond er in een Christelijke gemeente geen onderscheid tussen Joden en Grieken en tussen mannen en vrouwen, trouwens ook niet tussen slaven en vrijen. Dat haalt de maatschappelijke orde om ver en brengt de mensen maar in verwarring. Geen wonder dus dat er weer klachten waren over opruiing, dreiging met opnieuw de gevangenis, en dat het beter was voor Paulus om in een andere gemeente verder te werken. Berea werd het. Maar ook daar gingen mensen uit Tessalonica heen om de inwoners te waarschuwen voor Paulus en de zijnen.
Dus ging Paulus verder naar Athene, de klassieke stad van de wijsheid. En dat allemaal tijdens een reis die begonnen was om de gemeenten te vertellen dat Joden en Heidenen allemaal gelijkelijk deel konden hebben aan het nieuwe koninkrijk van God. In bestaande gemeenten zal de mededeling met gejuich zijn begroet, maar in nieuw te stichten gemeenten gaf het een probleem als Joden en Heidenen ineens samen een gemeenschap moesten gaan vormen. Samen een gemeenschap vormen tussen mensen van verschillende achtergrond en geloof kan alleen als je beide bereid bent elkaar als gelijkwaardig te beschouwen. Daar waar angst voor elkaar gezaaid wordt ontstaat onrust en verwarring. Paulus liep daar tegenaan, maar wij kennen dat inmiddels ook maar al te goed. Ook wij zullen het moeten bestrijden. Want ook voor ons is een samenleving van gelijkwaardigen de enige weg om vrede te bewaren, de Weg van Jezus van Nazareth. Elke morgen opnieuw mogen wij die weg weer opgaan, zonder angst voor anderen, voor nieuwe mensen of voor iemand ons zou kunnen aandoen, ook vandaag mag dat weer.