Lucas 18:1-8
Het komt nog steeds voor dat recht verkregen wordt door mensen die vasthoudend om het recht blijven vragen omdat de instanties die recht moeten verschaffen blij zijn er af te zijn. Tegenwoordig worden mensen daarbij geholpen door TV programma’s als Radar en Kassa want bedrijven willen nu eenmaal niet geportreteerd worden als bedrijven die mensen geen recht doen. Recht doen aan individuele mensen in onze samenleving is sinds de tweede helft van de vorige eeuw een item dat steeds weer om aandacht vraagt. Na de sociale rechtshulp, die inmiddels weer is weg bezuinigd, hebben we ook de Nationale Ombudsman gekregen die er voor kan zorgen dat ook de overheid haar onderdanen recht doet. Rechtvaardig mensen behandelen is in onze samenleving de norm, we hechten er veel waarde aan. Waarom zou het dan zo weinig gebeuren? In de eerste plaats omdat veel mensen niet om hun recht vragen. Dat is op zich jammer want vaak is het zo dat als aan één persoon recht is gedaan aan velen recht kan worden verschaft. Maar ook heeft het te maken met macht. TV programma’s en een Nationale Ombudsman zijn nodig omdat machthebbers en rijken misbruik maken van hun positie als het gaat om recht te verschaffen aan kleine mensen. Jezus van Nazareth raad aan om te blijven vragen om recht. Bidden is voor hem kennelijk ook zorgen dat aan mensen recht wordt gedaan, want als hem gevraagd wordt wat het effect is van bidden komt hij met het verhaal over de weduwe die maar niet ophoudt. Aan het eind is er echter de vraag of er nog mensen zijn die voldoende vertrouwen hebben in het feit dat ook echt aan mensen recht kan worden gedaan. Zoals de profeten het hadden uitgedrukt die “hongeren en dorsten naar gerechtigheid”. Dat is een vraag die aan ons wordt gesteld. Helpen wij mensen als hen onrecht wordt aangedaan of wanneer aan hen geen recht wordt gedaan? Hebben wij oog voor de bedrijven, overheden en instanties in onze eigen buurt, waar we misschien zelfs zelf werken, die mensen onvoldoende recht doen? Staan we naast mensen die geen recht worden gedaan? Hongeren en dorsten we inderdaad onophoudelijk naar gerechtigheid? In de woorden van Jezus van Nazareth: geloven we wel? Bidden we wel? Smeken we de overheid die de weduwe afwijst om haar te helpen in het vertrouwen dat onze politici zich laten vermurwen en de armen zullen helpen als we het ze maar onophoudelijk vragen. Kloppen we op de muren van de regering met de vraag nu eindelijk de onrechtvaardige tolmuren te slopen in het vertrouwen dat wij net zo hard moeten roepen als onze broeders en zusters uit de armste landen in de wereld? Zijn we vandaag net als de weduwe uit het verhaal? Of horen we liever bij de goddelozen van wie geen recht te verwachten is.