Deuteronomium 19:1-13
Â
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Onze schaatsers en schaatsters kunnen er na deze winter weer over meepraten. Iemand die zo’n ongeluk overkomt moet natuurlijk niet bestraft worden. Zo zit ons recht gelukkig in elkaar tegenwoordig. De vrijsteden zijn in de loop van de geschiedenis afgeschaft maar ook wij hebben die gekend. Het recht zelf verandert voortdurend. Het past zich aan aan nieuwe opvattingen en gewoonten, maar de principes blijven hetzelfde. Eigenlijk moet je altijd er voor zorgen dat een ander niet meer of erger overkomt dan dat jezelf gewild zou hebben. Alleen als het onvermijdelijk was dan treft je geen schuld maar zelfs onachtzaamheid kan bestraft worden. Het is goed om zo af en toe er weer eens op gewezen te worden dat je verantwoordelijk bent voor de gevolgen van je daden. Dat hoeft niet beangstigend te zijn, dat kan ook positief uitwerken. Als je het goede voor hebt en niets dan het goede wil doen dan zijn de gevolgen van je daden meer dan waarschijnlijk ook goed, je hebt er immers over nagedacht en nagegaan wat anderen als goed zouden ervaren.
En over de veranderingen in de wet hoeven we ook niet echt in te zitten. Wie duelleert er vandaag de dag nog? We hebben nog een hoofdstuk in de strafwet dat duelleren onder omstandigheden zelfs straffeloos maakt, in elk geval voor artsen die er getuige van zijn. Dat was misschien in de negentiende eeuw van toepassing, dat stuk wet is dan ook van 1886, maar is nu niet meer van deze tijd. Als twee mensen een duel willen aangaan hebben we toch de neiging de politie te bellen en er niet meer aan mee te werken. Dat bellen van de politie is volgens de wet je plicht als je kennis draagt van een misdrijf en het helpen bij een duel is even strafbaar als het aangaan van het duel. Geweld wordt in onze samenleving steeds minder acceptabel.
Dat het lijkt of het toeneemt is schijn. We schenken er meer en meer aandacht aan. We hebben toegang tot zelfs de kleinste politieberichten uit het hele land en elk verhaal over geweld trekt onze aandacht. Als geweld gewoon is wordt er ook geen aandacht aan geschonken. Hoe meer je er over hoort en leest hoe buitengewoner het is. We zijn dus op de goede weg, maar dat gaat niet vanzelf. Zeker bij geweld blijft het de taak van ieder na te gaan hoe geweld in je eigen omgeving zou kunnen ontstaan en hoe dat ontstaan zou kunnen worden voorkomen. We veroordelen tegenwoordig niet alleen geweld maar elke uiting van woede en irritatie. Maar we zoiuden ook moeten weten dat opkroppen van irritatie en woede een bron kan zijn van een geweldsexplosie. Paulus gaf daarom een gemeente eens de raad om eerst ruzie en onenigheid uit te praten voordat je samen aan tafel gaat. Een ieder van ons moet in elk geval bereid blijven het goede te doen en niets dan het goede. Dat kan elke dag, ook vandaag weer.