Handelingen 8:4-25
Machthebbers schijnen het nooit te leren. Het bloed der martelaren is het zaad der kerk. En dat gebeurde ook na het Pinksterfeest toen eerst Stephanus werd gestenigd. De Griekssprekende aanhangers van Jezus van Nazareth vluchtten naar de omliggende landstreken, Filippus de diaken voorop, en daar werven ze nog veel meer volgelingen. Saulus kan in Jeruzalem nog zo veel Joodse aanhangers uit hun huizen sleuren het helpt niet. De beweging van Jezus van Nazareth trekt in het verhaal van vandaag ook mensen aan die met de nek werden aangekeken. De Samaritanen bijvoorbeeld. Zij hadden zich een paar eeuwen daarvoor gemengd met Syriërs en werden niet als echte Joden beschouwd. Zelf beschouwden ze de Joden als afvalligen omdat die de eerste vijf boeken van de Bijbel hadden uitgebreid met Psalmen, verhalen, en boeken van Profeten. Maar dat de kern van de Bijbel lag in het elkaar liefhebben als jezelf dat geloofden ze nog.
Daar kwamen ze op af. Zelfs hun tovenaar Simon bekeerde zich. Al probeerde die Simon er later nog een financiëel slaatje uit te slaan hetgeen zijn naam spreekwoordelijk maakte. Als in een kerk de ambten te koop zijn spreken we van simonie. Zo werd het bloed van martelaren als Stephanus het zaad van de Kerk. De moord op Stephanus veroorzaakte een kettingreactie waardoor de volgelingen uitzwermden, uiteindelijk over de hele wereld. Het is niet voorbehouden aan de Kerk, de invallen in Irak en Afghanistan deden de haat tegen Amerika uitwaaien over de hele wereld. We moeten ons dus ook bedenken wat we zaaien, liefde of haat. Want wat we zaaien zullen we oogsten, en als we goed zaaien oogsten we honderdvoudig. Dan toch liever de liefde gezaaid, ook in het klein vandaag.
Vandaag gaat het dus over het begrip simonie. Simon de Tovenaar wilde de positie van Petrus en Johannes ook wel en had daar veel geld voor over. Simonie werd het verschijnsel dat kerkelijke ambten te koop waren, een volgens de kerk verwerpelijk verschijnsel. In de wereld van winst en profijt is het heel gewoon. Mensen die zeggen aan de top van grote bedrijven te staan bedingen opties en bonussen en ontlenen het belang en het aanzien van hun bedrijf vervolgens aan de schittering en de omvang van hun opties en bonussen. Als ze een beetje slim zijn zorgen ze er zelfs voor dat als het slecht gaat met hun bedrijf de opbrengst van hun bonussen en opties toeneemt. De arbeiders zijn daarbij hun loon niet waard.
Zijn dan de kerken vrij van deze zonde? Officieel zijn de Protestantse Kerken en de Rooms Katholieke Kerken wel vrij van deze praktijk. Als iemand op dit gebied in de fout gaat wordt dat streng veroordeeld. Bij vrije Evangelische groepen wordt nog wel eens heel sterk de nadruk gelegd op de vrijgevigheid die echte gelovigen horen te hebben. Van die vrijgevigheid profiteren soms voorgangers op een wat al te ruime manier. Maar ook in officiële kerken schuilen op het gebied van de ambten gevaren. Dominees en Priesters zijn immers afhankelijk van het financiële wel en wee van hun kerk. De leden met de hoogste inkomens dragen aan dat financiële wel en wee het meeste bij. Hen naar de mond praten lijkt soms voor de hand te liggen. Protesten van de Kerken tegen de bonussen en opties in het bedrijfsleven en de exorbitante zelfverrijking die daarmee gepaard gaat blijven dan vaak uit. Maar leden van de Kerken lopen zich ook het vuur uit de sloffen in de voedselbanken. De Geest van Jezus van Nazareth, de Geest van Liefde en van Delen van alles wat je hebt, zal van hoog tot laag in de Kerken moeten doordringen. Dat was de zending van Petrus en Johannes, dat is ook de bedoeling van het lezen van dit verhaal. We zullen er in de wereld, maar ook in de Kerk, mee aan de gang moeten, ook vandaag weer.