Matteüs 26:17-56
Vandaag lezen we verhaal dat in de kerken op Witte Donderdag wordt gelezen. In kerkelijke taal spreken ze dan over de instelling van het Avondmaal of de Eucharistie maar helemaal juist is dat niet. In het verhaal van Matteüs lezen we eerst over het feest van het Ongedesemde brood. En dat is een bijzonder en belangrijk feest in de Joodse religie. Dat feest herinnert aan de uittocht uit het dodenland Egypte. Daar had het volk in slavernij gewoond. De religie van Egypte draaide om de dood. De pyramides zijn er nu, eeuwen na hun bouw, nog de getuigen van, net als de mummies van mensen en dieren.
Die doodsreligie had voor het volk Israel wrede slavernij betekent. In het verhaal van de bevrijding klonk het dat op een avond er een lam geslacht moest worden. Het bloed van het Lam moest aan de deurposten gesmeerd worden en ze moesten ongedesemd brood eten, matzes noemen we die tegenwoordig, waar dus geen gist in zit. Dat brood blijft lang goed en kan bijna niet bederven. De maaltijd op die avond moest staande worden genuttigd terwijl alles wat ze mee konden en wilden nemen moest zijn ingepakt. Een laatste beker wijn kon bij dat brood worden gedronken, zodat je verkwikt en warm in de koude nacht aan de reis zou kunnen beginnen. In die nacht stierf in elk huis in Egypte de eerstgeboren zoon. Behalve in die huizen waar het bloed van het lam aan de deurposten was gesmeerd.
Die maaltijd wordt nog altijd gevierd ter herinnering aan de bevrijding uit het dodenland van Egypte. Maar die bevrijding komt nu volgens Jezus van Nazareth uit zijn eigen handelen. Zoals dat brood wordt gebroken en gedeeld met iedereen aan tafel, en zoals de beker wijn rondgaat langs iedereen aan tafel zo zet hij zichzelf in, ja zo deelde hij zichzelf voor iedereen in de wereld, zo werd zijn lichaam gebroken en zijn bloed vergoten. Zover kun je gaan als je je naaste liefhebt als jezelf. Dat kan je je leven kosten. Maar juist als je niet meer met de dood te maken wilt hebben, als je onvoorwaardelijk kiest voor het leven kun je dat opbrengen. In het verhaal bidt Jezus dat hij niet zover zou hoeven te gaan. Maar zijn leerlingen vallen in slaap, zij zijn ondanks de maaltijd niet gereed voor de reis uit het dodenland naar de bevrijding.
In de kerken wordt de maaltijd nog steeds gevierd ter gedachtenis aan Jezus van Nazareth. Niet alleen op die Witte Donderdag in de Goede Week, maar op elke zondag kun je dat ergens in een kerk tegenkomen. Het is de maaltijd geworden van de nieuwe samenleving, die samenleving waar voor iedereen plaats is, waar alles gedeeld wordt en de armen bevrijding wordt aangezegd. Het is de maaltijd die leven brengt in de dodende samenleving. Want alleen als we samen de maaltijd willen houden kan er vrede ontstaan. Zelfs jaren na het begin van de oorlog in Irak, zelfs na de belediging van alle Moslims door Geert Wilders en zijn bende, zelfs ondanks het haatzaaien. Daarom is die maaltijd van het Ongedesemd brood, een feest, ook op de dag voor Goede Vrijdag. Daarom is die maaltijd telkens weer een teken van nieuw begin, van uittocht uit de dood, ook vandaag weer.