Spreuken 27:1-10
Vandaag een aantal raadgevingen of onderwijzingen uit het boek Spreuken waarvan er een paar ook in het Nieuwe Testament nog populair bleken te zijn. Waarom al die regels? Als je op een nieuwe manier wil gaan leven dan heb je ook nieuwe gedragsregels nodig. Niet langer vreemde goden achterna lopen, je best doen om zo vruchtbaar mogelijk te zijn, de eerste de beste te zijn, overal haantje de voorste spelen, is in een samenleving waar niet anders wordt gedaan zo vreemd dat het goed is vanuit het goede doen ook de meest voor de hand liggende raadgevingen op een rij te zetten. Elke dag heeft genoeg aan zich zelf daarom moet je niet juichen over de dag van morgen, je weet immers niet wat die dag brengen zal. En als een ander je prijst dan is dat prijzen veel meer waard en je ergeren over een dwaas maakt dat je jezelf belast met een zware last zonder dat het je helpt, het helpt zelfs de dwaas niet. En je kunt jaloers worden op een dwaas die het leven maar gemakkelijk neemt en zich niets aantrekt van de mensen die in nood zijn, maar woedend worden op zo’n dwaas of zelfs in razernij vervallen heeft dus geen enkele zin. Nee, doe verstandig en zorg dat mensen in je omgeving zo aardig zijn je de waarheid te zeggen zonder dat ze bang hoeven te zijn. Je bent zelf de eerste die je eigen fouten kent, maar soms doe je dingen die een ander ergert zonder dat ze fout zijn. Vaak wil je die dingen best anders doen juist om een ander niet te ergeren, je helpt daarmee een ander. Neem daarom het verwijt van een vriend altijd serieus, een echte vriend zal het verwijt niet maken uit eigenbelang maar in jouw belang of in het belang van de vriendschap. Ook al is het verwijt onterecht de vriendschap maakt het waard het serieus te nemen en er oprechte aandacht aan te schenken. De kus van de vijand kennen we maar al te goed uit het verhaal over Jezus van Nazareth toen hij door zijn leerling Judas werd gekust in de hof van Getsemané. Een vogel en een nest horen bij elkaar, onlosmakelijk. De vrijheid van de vogel wordt pas bepaald door zijn nest. Een vogel die zijn nest ontvlucht moet wel in grote nood zijn. Zo is het ook met de mens die wegvlucht van zijn huis zegt de Spreukenschrijver. Wij vergeten dat nog wel eens. Gemakzuchtig spotten wij over economische vluchtelingen die hier gemakkelijk baantjes willen wegnemen of zelfs uit zijn op onverdiende uitkeringen. Maar dat armoede lijden is vergeten we dan. We doen er beter aan de oorzaak van vluchten te leren kennen en die oorzaak weg te nemen. En als we vervolging van vluchtelingen niet kunnen stoppen, of armoede kunnen opheffen dan doen we er goed aan een vluchteling te behandelen zoals wij behandeld zouden willen worden. Want dan pas winnen we vrienden en vriendschap is zoeter voor het hart dan de geur van balsem en wierook. Een vriend dichtbij is zelfs belangrijker dan een broer ver weg. Het zal duidelijk zijn dat de Spreukenschrijver ons aanmaant zorgvuldig met anderen om te gaan. Belangstelling en begrip zullen ons handelen eerder moeten bepalen dan oordeel en afkeer. Niet eenvoudig in een samenleving die draait om het eigen gelijk en geen ruimte lijkt te bieden voor dat wat zich als anders of afwijkend voordoet. Toch zullen de mensen van de Weg van Jezus van Nazareth, de volgers van de God van Israël dat telkens moeten proberen en voorleven, ook vandaag weer.