Jesaja 10:20-27
Niet langer vertrouwen stellen in hem door wie je werd geslagen. Voor heel veel mensen moet die dag nog aanbreken. Voor de vrouwen die door hun man en voor de mannen die door hun vrouw worden mishandeld, voor de kinderen die door hun ouders en door de ouders die door hun kinderen worden mishandeld. Voor de arbeiders die worden uitgebuit in fabrieken en kantoren. Voor de onderdanen van dictators. Voor gelovigen in autoritaire leiders die hen de wet voorschrijven in plaats van op de vrijheid van Jezus van Nazareth te wijzen. Zo veel mensen op aarde worden nog onderdrukt en komen daardoor niet tot hun recht. Zo lang ze vertrouwen dat degene die hen slaat zich zal beteren en zich om hen zal bekommeren blijft dat zo. Tot de dag dat ze inzien dat er alleen te vertrouwen is op de God van Israël. Dat je het juk moet afschudden dat mensen je hebben opgelegd. Voor de arme rest die van het eens zo trotse Israël was overgebleven kwam een terugkeer naar het land dat overvloeide van melk en honing weer in zicht. In onze dagen kan die bevrijding van onderdrukking en onrecht leiden tot de ideale samenleving waar geen oorlog en geweld, geen leugen en bedrog, geen zelfzucht en eigenwaan meer zal zijn. Die gewelddadige aarde waar de een de ander kan uitbuiten waar sterken de overhand hebben en de zwakken onrecht wordt aangedaan zal ten onder gaan. De God van Israël zal die aarde doen vergaan en zorgen voor een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, een aarde waar God zelf zijn tenten zal spannen. We hoeven zelfs voor de onderdrukking en het onrecht niet bang te zijn. De Profeet Jesaja herinnert zijn lezers aan het verhaal zoals dat over Gideon in het boek Rechters wordt verteld. Bij de rots van Oreb stond nog het altaar dat Gideon daar voor de God van Israël had opgericht nadat de rovers uit Midjan waren verslagen. Zo zal het ook vergaan met het machtige Assyrië, zo zal het vergaan met alle dictaturen en onderdrukkers die we nu tegenkomen en ook in de toekomst nog zullen tegenkomen. In de taal van de Bijbel klinken onze verhalen over oorlog en over strijd tussen de volken nogal vulgair. Maar zelfs bij de onderhandelingen in Kopenhagen over een nieuw klimaatverdrag kun je je afvragen of de God van Israël en het verhaal over zijn zoon Jezus van Nazareth daar niet een rol spelen. Als er een verdrag uitkomt dat de armen van de aarde in bescherming neemt tegen de verspilling en vervuiling door de rijken en dat er voor zorgt dat onze kinderen en kleinkinderen maar ook de kinderen en de kleinkinderen van de armsten der aarde in vrede en gezondheid kunne leven dan is dat goeds te danken aan de God van Israël. Als het de leiders van de aarde niet lukt om dat te bereiken dan kunnen we zeggen dat zij niet geluisterd hebben naar het Woord van de God van Israël. Die dwaasheid zal op hun eigen hoofd neerkomen. De onderdanen van hen die een goed verdrag blokkeren zullen op een dag in opstand komen en andere leiders kiezen. De strijd zal zwaarder zijn om een goede aarde na te laten daarom is het hier en nu belangrijk om ons aan te sluiten bij hen die de armen aan de kant van de weg zien liggen, ook vandaag weer.