Heeft niemand u veroordeeld?

Johannes 8:1-11

Op deze vierde zondag in de 40 dagentijd verlaten we met het gemeenschappelijk leesrooster dat we hier volgen de brieven van Paulus en gaan we naar het vierde Evangelie, dat van Johannes. Volgens veel geleerden een boek dat in Turkije is ontstaan zo’n 75 jaar na de dood van Jezus van Nazareth. Het verhaal dat we vandaag te lezen krijgen begint op de Olijfberg, waar Jezus uiteindelijk gevangen genomen zal worden, en confronteert ons met de betekenis van strenge regels en voorschriften. Het sluit daarbij aan op wat we gisteren lazen in de brief van Paulus aan de mensen in het Griekse Corinthe. In het verhaal van vandaag lezen we over een typisch Joods religieuze discussie. Het is zondag en in ons land zouden we vandaag misschien een discussie binnen de kerk bestuderen. Want voor Jezus van Nazareth, zijn opponenten en zijn toehoorders is het niet meer dan dat. Het zijn geen tegenstanders maar samen zijn ze op zoek naar de juiste betekenis van de Godsdienst die ooit in de woestijn door het volk onder leiding van Mozes is aanvaard. Veranderende omstandigheden maken dat je ook op nieuwe manieren moet leren omgaan met oude principes. Hier gaat het om een vrouw die overspel pleegde. Ze was op heterdaad betrapt en voor Jezus gebracht. Voor wie de Wet van Mozes kent een merkwaardig gebeuren. Als de vrouw op heterdaad betrapt was dan dus ook de man en volgens de Wet zoals in het boek Leviticus staat geschreven, Leviticus 20:10, moesten beiden gedood worden. Maar mannen hebben nu eenmaal door de eeuwen heen de neiging om wel de vrouwen te veroordelen maar de mannen ongemoeid te laten. Zo ook dus hier. En aangezien de getuigen de eerste steen zouden moeten werpen en de overspelige man de beste getuige zou zijn is dus de vraag van Jezus of degene die het minst bij het misdrijf betrokken is maar wil beginnen met het voltrekken van de straf. Dat is niemand, we zijn allemaal mee betrokken bij het misdrijf waar we een ander van beschuldigen. De ideale samenleving waar geen misdrijven meer zijn komt er alleen als we er echt allemaal aan werken. Tot dan moeten we misdrijven bestrijden en misdadigers laten berechten. Maar wel zo dat recht en gerechtigheid wordt gedaan en iedereen opnieuw de kans krijgt opnieuw in de samenleving mee te gaan doen. Ook aan ons wordt gezegd niet meer te zondigen.
?

?

Plaats een reactie