Ga in vrede

2 Koningen 5:9-19a

Vandaag weer een verhaal in twee delen. Eerst een verhaal over tovenaars en gebedsgenezers. Dan een verhaal over aanpassen aan een samenleving die in hele andere zaken gelooft. Met beiden hebben we ook vandaag de dag te maken. Er zijn rondreizende genezers die foldertjes verspreiden waarin wonderen van God worden beloofd als je maar naar hun bijeenkomsten komt. Hoe ernstig de ziekte ook is, hoe moeilijk de lezer het ook heeft de Geest en Kracht van de genezer zal helpen omdat God dat beloofd heeft. Elisa, de profeet, laat zien dat de werkelijkheid anders is. En daarom staat het ook in de Bijbel. In allerlei godsdiensten spelen priesters en religieuze leiders een grote rol. In de godsdienst van de God van Israël niet. Daar gaat het om het woord van God zelf en de zorg voor de naaste. Elisa hoeft daarom zelf helemaal niet naar de generaal.Geen grote gebaren, geen muziek, geen praise gezang met zwaaiende armen. Als je een huidziekte hebt dan moet je je baden in stromend water. Niet zo maar één keer maar zeven keer, het getal van de volheid. En ook vandaag gaan mensen met de huidziekte psoriasis naar de Dode Zee om een kuur te ondergaan waarbij ze baden en zwemmen en het helpt ze enorm. De dienaren van Naäman hebben door hoe het in elkaar zit. Als de profeet een hoop hocus pocus had uitgehaald en de generaal allerlei vreemde capriolen had laten uithalen dan had die generaal het graag gedaan. Beroemde genezers werken immers zo. Niet de genezers in dienst van de God van Israël dus. Die passen wetenschap toe, tegenwoordig heten ze dokters en werken ze als huisarts of specialist. En als je bereid bent die capriolen uit te halen, waarom zou je dan niet de eenvoudige recepten volgen? Naäman geneest dus en moet weer terug naar Aram. Daar hadden ze het niet met de God van Israël. Daar hadden ze een God die in een Tempel woonde, die kon je daar ook zien, een prachtig beeld. Daar hadden ze een God van de bliksem, de donder en het onweer, Rimmon heette die daar. Die weersverschijnselen werden vaker aan goden toegedicht. De Germanen schreven ze toe aan Donar, de dondergod. Maar hoe leef je nu in het land van Rimmon als je gelooft in de God van Israël. Je kunt dat land Israël wel mee nemen, twee muildierlasten vol, maar dan heb je nog geen Tempel en geen beeld van die God. En in het Heidendom is het heel gewoon dat als je de ene God aanbidt je ook de andere God aanbidt. Dus hoe moet dat? Die generaal moet de Koning ondersteunen, dat is nu eenmaal zijn baan. Daar hoef je dus geen ruzie over te maken. Ook in onze dagen niet. We hebben dat geleerd als het gaat om de Zondagsrust. Voor ons een voorwaarde voor een samenleving waar men samen kan leven. Niet ieder voor zich op de eigen werkplek. Maar we ontkomen er niet aan. We nemen dat dus niet de werknemers meer kwalijk of de kleine ondernemers. Maar wel de regeerders en de autoriteiten die winst en profijt meer aanbidden dan de zorg voor de zwaksten in de samenleving. Daar kunnen we dus verandering in brengen, te beginnen vandaag.

Plaats een reactie