Leviticus 23:37-44
37 Dit zijn de hoogtijdagen van de HEER, die je als heilige dag samen moet vieren en waarop jullie de HEER een offergave moeten aanbieden, brandoffers, graanoffers, vredeoffers en wijnoffers, al naargelang voor een bepaalde dag is voorgeschreven. 38 Deze offers vallen buiten wat jullie de HEER elke sabbat geven en buiten je wijgeschenken, gelofteoffers en vrijwillige gaven. 39 Neem dit in acht: Op de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer je de oogst van het land hebt gehaald, begint het feest van de HEER, dat zeven dagen duurt. De eerste dag en de achtste dag moeten voor jullie rustdagen zijn. 40 De eerste dag moeten jullie mooie vruchten plukken en takken afsnijden van dadelpalmen, loofbomen en beekwilgen. Zeven dagen lang moeten jullie feestvieren ten overstaan van de HEER, jullie God. 41 Elk jaar moet dit feest ter ere van de HEER zeven dagen lang gevierd worden. Dit voorschrift geldt voor altijd, generatie na generatie. Vier dit feest in de zevende maand. 42 Zeven dagen lang moeten jullie in hutten wonen, elke geboren Israëliet moet in een loofhut wonen, 43 om jullie kinderen eraan te herinneren dat Ik de Israëlieten in hutten liet wonen toen Ik hen uit Egypte wegleidde. Ik ben de HEER, jullie God.”’ 44 En Mozes maakte de hoogtijdagen van de HEER aan het volk bekend. (NBV21)
Vandaag lezen we over een feest uit het Oude Testament dat in de wandeling het Loofhuttenfeest is gaan heten. Voor de gelovige Joden heet dit feest het Soekotfeest. Voor Christenen is het Loofhuttenfeest een onbekend feest. Dat is een beetje raar want in het Oude Testament staat de opdracht het Loofhuttenfeest te vieren zelfs twee keer. De eerste keer in het boek Deuteronomium en daar is het bij uitstek een feest van delen. Alle oogst van een heel jaar is binnengehaald Ook het fruit en de andere vruchten en daar moet je een feestmaal mee aanrichten. Volgens Deuteronomium niet alleen met de zonden en de dochters maar ook met de armen en de vreemdelingen.
Toch is dit het enige feest dat niet overgenomen is door het Christendom. Er wordt wel vermoed dat het komt omdat het Christendom als eerste wortelde in een stedelijke samenleving. Het Loofhuttenfeest is een typisch oogstfeest. Als de oogst is binnengehaald dan is het tijd om feest te vieren. Nu gaat dit feest anders dan de meeste oogstfeesten. Die zijn gericht op de vruchtbaarheid en de dank voor die vruchtbaarheid. Het Loofhuttenfeest gaat om het delen. Elke dag moet je iets afstaan van de overvloed die de oogst je geboden heeft.
Het feest heeft een dubbel karakter. Zoals ook Pesach en het Wekenfeest verbonden zijn met het verhaal over de Uittocht is ook Soekot dat. Maar hier gaat het om de reis door de woestijn. Daar woon je niet in mooie huizen maar in tenten. Dus tijdens het Soekot feest ga je ook in Tenten wonen. Zelfs daar zorgde de God van Israël voor voedsel en veiligheid, Daarom moet je nu ook bereid zijn om te delen omdat het delen ook anderen bevrijdt van de dood. De symbolen bij het Soekotfeest, bijvoorbeeld het slachten van 70 stieren wijzen vaak op een feest voor de hele aarde, alle mensen. Met de opdracht alle mensen bij het verhaal van God te betrekken werden de leerlingen de wereld in gestuurd. Delen stond daarbij voorop. Daar moet het ons Christenenen dus om gaan. Elke dag opnieuw, elke dag Soekot, ook vandaag dus