En ze hadden elke dag te eten

1 Koningen 17:1-16

Op het eerste gezicht een mooi sprookje over een oosterse profeet die eerst vlees krijgt van de vogels en vervolgens een weduwe vindt en een kruik betovert zodat het meel en olie niet op kunnen. Maar dit verhaal staat in scherp contrast met het verhaal dat we gisteren lazen. Daar werd verteld over de koningen Omri en Achab die een berg kochten, een stad stichtten en uiteindelijk een tempel bouwden voor de god Baäl. Die Baäl moest zorgen voor vruchtbaarheid in het land. Het antwoord komt van de profeet Elia, wat nu vruchtbaarheid, als het niet regent dan is het land ook niet vruchtbaar. Als je zo nuchter machtige koningen ter verantwoording denkt te kunnen roepen dan kun je maar beter wegwezen. Dat is ook vandaag de dag nog zo. Amnesty International heeft de handen vol aan het beschermen en aandacht vragen voor mensen die in hun land tegen het heersende regiem vragen om recht en gerechtigheid. Wie het geloof wil delen dat Elia voortdreef doet er goed aan Amnesty te ondersteunen. Elia trekt zich terug in de woestijn. Dat is niet zomaar een plaats. In de woestijn immers had het volk Israel de Wet van heb Uw naaste lief als Uzelf ontdekt, de Wet van de Woestijn. Elia ontdekt dat naast water ook vast voedsel nodig is om te overleven. En dat de aarde vast voedsel geeft merkt hij aan de raven. Een raaf werd als eerste vogel op verkenning gestuurd in het verhaal over Noach, die raaf kwam onverrichter zake terug. Zolang de raaf dus terugkeert met vlees is er nog niets aan de hand met het voedsel op aarde. Die Elia kwam uit Tisbe in Gilead ten oosten van de Jordaan en het leven in de woestijn zal hem niet helemaal vreemd geweest zijn. Maar hoe gaat het onder koning Achab met de mensen in het land? Als de aarde voedsel geeft, hebben zij ook te eten? Brengt dat verbond met Sidon iets voort dat goed is voor de armen? Dat horen we in het verhaal over de weduwe in Sarafat, vlak bij Sidon, de machtige bondgenoot van Koning Achab. Volgens de Wet van de Woestijn zou die weduwe het goed moeten hebben. Het tegendeel is het geval. Ze wil best delen, haalt direct water als dat gevraagd wordt door een stoffige reiziger, maar meel en olie zijn bijna op. Het kan niet anders dan zij en haar zoon zullen dood gaan van de honger. Maar dan laat Elia zien waar die wetten voor bedoeld zijn. Als je echt bereid bent om te delen met een ander dan kom je nooit te kort. Dan blijft er altijd genoeg voor iedereen om te overleven. Wij durven daar nog steeds niet op te vertrouwen. Wij beschermen onze landbouw zo krampachtig dat er van delen geen sprake is en daar gaan ontelbare mensen in Afrika dood aan. Wij kiezen nog steeds de kant van koning Achab met zijn aanbidding van de goden van winst en profijt en strategische bondgenootschappen. De Bijbel roept ons op te kiezen voor de kant van eerlijk delen en zorgen voor de armsten in de wereld, dat is de kant van God zelf.

Plaats een reactie