2 Koningen 17:13-23
13 Telkens opnieuw vermaande de HEER Israël en Juda bij monde van alle profeten en zieners: ‘Breek met jullie kwalijke praktijken en houd je aan mijn geboden en bepalingen, aan de wet die Ik jullie voorouders heb opgelegd en die jullie door mijn dienaren, de profeten, is overgeleverd.’ 14 Maar even halsstarrig als hun voorouders, die geen vertrouwen stelden in de HEER, hun God, weigerden de Israëlieten te luisteren. 15 Ze trokken zich niets aan van zijn bepalingen en van het verbond dat Hij met hun voorouders had gesloten, en sloegen zijn waarschuwingen in de wind. Ze liepen achter nietige goden aan en werden zo zelf nietswaardig. Ze volgden het voorbeeld van de hen omringende volken, hoewel de HEER hun dat verboden had. 16 Ze veronachtzaamden alle geboden van de HEER, hun God. Ze goten twee beelden in de vorm van een stierkalf en maakten een Asjerapaal. Ze bogen zich in aanbidding neer voor de hemellichamen en dienden Baäl. 17 Ze verbrandden hun zonen en dochters als offer, deden aan waarzeggerij en probeerden voortekens te lezen. Zo tergden ze de HEER door zich erop toe te leggen te doen wat slecht is in zijn ogen. 18 De HEER werd woedend op de Israëlieten en verstootte hen. Niets bleef er van hen over, behalve de stam Juda. 19 Maar ook de Judeeërs hielden zich niet aan de geboden van de HEER, hun God, en volgden de bepalingen die de Israëlieten eigenmachtig hadden uitgevaardigd. 20 Daarom verwierp de HEER alle nakomelingen van Israël. Hij vernederde hen door hen uit te leveren aan plunderaars, en uiteindelijk verstootte Hij hen allemaal. 21 Want Israël had zich van het koningshuis van David losgescheurd en Jerobeam, de zoon van Nebat, als koning aangesteld. En Jerobeam dreef een wig tussen Israël en de HEER, door de Israëlieten aan te zetten tot grote zonde. 22 De Israëlieten volgden in alle opzichten het slechte voorbeeld van Jerobeam en braken niet met zijn zondige praktijken. 23 Uiteindelijk verstootte de HEER Israël, zoals Hij bij monde van alle profeten, zijn dienaren, had voorzegd, en de Israëlieten werden in ballingschap van hun grondgebied weggevoerd naar Assyrië, waar zij wonen tot op de dag van vandaag. (NBV21)
Zeg nu niet dat we niet gewaarschuwd zijn. Israël en Juda, de twee kleine koninkrijkjes waarin het Koninkrijk Israël van David uiteen was gevallen, waren gewaarschuwd en wij zijn het ook. Voor onze financiële crisis uitbrak wezen mensen er bezorgd op dat tophypotheken en aflossingsvrije hypotheken mensen wel in verleiding brachten een huis te kopen maar als de koper een ongeval kreeg en in de WAO of later de WIA terecht zou komen dan zou er een probleem ontstaan. Over werkloosheid werd nog niet eens gesproken en dat bij tweeverdieners ook beiden werkloos zouden kunnen worden werd al helemaal niet serieus genomen. De waarschuwingen werden in de wind geslagen net als de waarschuwingen van schuldhulpverleners dat het lenen van geld wel heel gemakkelijk werd en dat mensen daardoor in de problemen komen. Pas op het allerlaatste moment werd er een waarschuwing in advertenties verplicht dat lenen geld kost.
Maar het hielp weinig. Nog steeds lijkt het besef niet echt door te dringen. Mensen weten al lang dat ze niet meer moeten lenen om grote zaken te kunnen kopen. De teruggang in de binnenlandse consumptie komt dus niet omdat mensen de hand op de knip houden maar doordat ze geen nieuwe leningen afsluiten voor de oude zijn afbetaald en dan nog niet omdat het te veel problemen brengt. En al vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw worden we gewaarschuwd voor klimaatverandering. Zelfs nu het zichtbaar wordt willen mensen er niet aan. Ook in Juda en Israël werden de goden van winst en profijt vereerd, de stierkalveren en de Asjeerapalen. Goden van lucht en leegte, met eigen handen gemaakt, versierd met goud en zilver, maar stom en vergankelijk, als je ze in het vuur gooide dan verbrandden ze. Nee, zelfs kinderoffers werden niet geschuwd, net als waarzeggerij. In navolging van Assyriërs werden de maan en de sterren aanbeden, Baäl werd hun god.