Spreuken 29:19-27
19 Je brengt een slaaf geen discipline bij met woorden, hij begrijpt ze wel, maar stoort zich er niet aan. 20 Heb je weleens iemand gezien die altijd met zijn woorden klaarstaat? Voor een dwaas is er meer hoop dan voor hem.
21 Wie zijn slaaf vanaf zijn jeugd verwent krijgt uiteindelijk met een rebel te doen. 22 Een driftkop maakt snel ruzie, een heethoofd gaat vaak over de schreef. 23 De hoogmoed van een mens brengt hem ten val, eer is weggelegd voor wie bescheiden is. 24 Een heler doet zichzelf veel kwaad: hij weet dat hij vervloekt wordt, toch geeft hij de dief niet aan. 25 Angst voor mensen is een valstrik, wie op de HEER vertrouwt, weet zich veilig. 26 Velen zoeken de gunst van een heerser, maar alleen bij de HEER vindt een mens zijn recht. 27 Een rechtvaardige verfoeit een onrechtvaardige, een rechtschapen mens is de goddeloze een gruwel. (NBV21)
In het boek Spreuken is de Koning bij uitstek de beschermer van de armen. Daarom zal Paulus veel later kunnen zeggen dat de gemeente van Jezus de Bevrijder, de Christus, een volk van Koningen en Priesters is. Als Koningen beschermen ze de armen en als Priesters dienen ze daardoor de God van Israël. Op die manier laat je mensen tot hun recht komen. Dat gaat in het groot, over een heel volk, maar ook in het klein, in de opvoeding. Een goddeloze opvoeding leidt tot criminelen en een goddeloze regering tot meer misdaad in de samenleving. Alleen de rechtvaardigen, de volgelingen van de God van Israël die hun naaste liefhebben als zichzelf en die mensen tot hun recht laten komen zullen meemaken dat de goddelozen ten val komen, dat de slechte gevolgen van hun slechte daden aan het licht komen. En voor een slaaf zorg je als voor een kind, dat is geen slavernij? Misschien niet maar wel het doel van de Bijbel, alle mensen zijn gelijkwaardig.
Eén van de meest bekende Spreuken uit de Nederlandse politiek is dat een volk zonder visioen tot bandeloosheid zal vervallen. Hier wordt dat visioen vertaald met profetie en de Bijbel koppelt het direct aan de leer van Mozes. Het visioen is dan ook een samenleving waarin iedereen tot zijn of haar recht komt, waar de minsten voorop staan en de weduwe en de wees worden beschermd. Dat is een samenleving waarin de richtlijn van heb uw naaste lief als uzelf een grondwet is, waar niet wordt gedood, waar niet wordt gestolen, waar niet wordt gelogen in de rechtspraak. Als we met elkaar die richtlijnen voor een menswaardige samenleving vergeten dan leidt dat onherroepelijk tot een samenleving van het oerwoud, ieder voor zich en het recht alleen voor de sterkste, dat is dan ook de waarheidszegging die we profetie noemen, daar loopt het op uit. De slaafgemaakten en hun nakomelingen kunnen getuigen van de gruwel die ontstaat als de richtlijn van de Bijbel genegeerd wordt.
Voor vrede en recht moet in onze samenleving ook nog het nodige gebeuren. Centraal daarbij staat dat je niet bang moet zijn. Dat “Vreest niet” is niet alleen voor de herders met het kerstfeest dat is is voor altijd en overal. Hier wordt die angst een valstrik genoemd. Als je mensen met een ander geloof als het jouwe maar vaak genoeg als vijanden afschildert dan wordt je er vanzelf bang van. En natuurlijk zijn er altijd mensen die willen beantwoorden aan wat er in de samenleving van hen wordt gevraagd. Als je jongeren steeds maar afschildert als nietsnutten die rondhangen dan gaan jongeren rondhangen op straten en pleinen en zich daar vervelend gedragen, als je aanhangers van de Islam afschildert als terroristen gaan ze zich afzetten tegen jouw samenleving en zich met geweld daartegen verdedigen. De Bijbel wijst een andere weg, de weg van vrede en gerechtigheid. Samen maaltijd vieren staat er in de goddelijke richtlijnen, mensen tot hun recht laten komen, benoemen wat goed is en wat slecht is en het daarover eens worden. Delen met de armen, met de minsten zorgen die ieder krijgt wat een ieder toekomt. Gelukkig dat wij daar elke dag opnieuw mee mogen beginnen, ook vandaag weer.