Handelingen 16:11-24
Daar gaat je visioen. In Turkije ging het nog goed, daar werden nieuwe gemeenten gesticht, werden nieuwe zendelingen, zoals Timoteüs, geworven, maar in een Romeinse garnizoensstad als Filippi gaat het mis, daar wacht de gevangenis. En daar hadden ze ook wel een beetje om gevraagd. Filippi had immers zelfs geen synagoge voor de Joden. Op de Sabbath moest men buiten de stadspoort, bij de rivier, op zoek naar een gebedsplaats. Over mannen die daar bijeen zouden komen wordt niet verteld. Vrouwen waren er, zoals er zo vaak in de geschiedenis vrouwen zijn die de godsdienst blijven volhouden ondanks verdrukking en verbod. Maar het lukte ook hier om gehoor te vinden. Lydia, de Joodse purperverkoopster, moet een rijke vrouw geweest zijn. Een Joodse vrouw met een eigen beroep en een handel waar kostbare stoffen in omgingen moet welgesteld geweest zijn. Ze had ook een eigen huis en een groot huis want ze nodigde het hele reisgezelschap uit bij haar te komen logeren. Naast Paulus en Silas waren immers ook Timotheüs en Lukas er bij. En die gebedsplaats was het begin van een succes. Men ging er tenminste met enige regelmaat naar toe om te vertellen over de bevrijding van de armen, over Jezus van Nazareth die door de dood heen de liefde van God voor de mensen had volgehouden. Maar dan komt de Jomanda uit de dagen van Paulus. Vrouwen die orakels spraken kwamen in het Romeinse Rijk veel voor. Zij gaven namens de goden boodschappen door die door de mensen voor wijze uitspraken en toekomstvoorspellingen gehouden werden. Wij hebben onze Jomanda en Char, zij hadden de orakels, verschil was er nauwelijks, alleen waren de orakels uit de tijd van Paulus slavinnen die geld verdienden voor hun eigenaars. Maar de juffrouw uit het verhaal dat we vandaag lezen had door dat er concurentie was. Dit waren niet zomaar eenvoudige lieden die vertelden over een nieuwe godsdienst, dit waren lieden die je maar het beste op een voetstuk kon plaatsen, des te harder konden ze er af vallen. Dienaren van de allerhoogste noemden ze hen daarom, priesters die redding konden brengen aan mensen die zichzelf verloren waanden. Dan kun je twee dingen doen, of je aanvaard de roem en klimt op de troon die ze voor je opricht, een beetje reclame is immers nooit weg, of je pakt haar aan en zorgt dat ze zwijgt. Paulus doet geen van beiden. Dat hij niet op een voetstuk ging staan klopt met zijn navolging van de Jezus van Nazareth die ook altijd mensen verbood te vertellen dat hij hen genezen had. Maar Paulus pakt ook niet de arme slavin zelf aan. Hij spreekt een boze geest aan en beveelt die het meisje te verlaten. Dan heeft het meisje de keus, of ze erkent dat haar optreden berust op een leugen, of ze laat de boze geest gaan en houdt op met haar metier. Dat laatste gebeurd en brengt Paulus in de cel. Het is niet eenvoudig van mensen te blijven houden, maar uit dit verhaal kunnen we opnieuw leren dat het de beste weg is. Ook onze Jomanda’s en Char’s zullen verlost moeten worden van het kwade dat hen drijft. Wij doen er goed aan mensen voor hen te waarschuwen.