Ons leven moet vrucht dragen voor God

Romeinen 7:1-6

Je hoort Paulus grommen als het over de wet gaat zoals die in zijn tijd werd beleefd. Want het was niet meer de Joodse Wet van de Woestijn. Dat was een Wet die je in beweging zette. Door die Wet kon je samen de Woestijn doorkomen. In de woestijn moet je immers onvoorwaardelijk op elkaar kunnen rekenen, dan moet je er zeker van zijn dat de mensen om je heen je niets willen aandoen en de mensen om je heen moeten op jou kunnen vertrouwen. Dat is niet een soort Wet waar je de regeltjes van moet kennen maar een soort Wet waarvan je de bedoeling in je vingers moet hebben. Die beleving was verdwenen. Het was de beleving van Romeinse Wet geworden. Die wet bestaat uit regeltjes en uitleg van regeltjes en vonnissen over de toepassing van de regeltjes en uitleg van de vonnissen over het toepassen van de regeltjes. Daar is elke menselijkheid uit verdwenen. De verhalen over die wet klinken altijd wel redelijk maar net zo gemakkelijk merk je aan den lijve hoe onmenselijk die regeltjes geworden zijn. Dan laat je je leiden door opvattingen over wat mag en wat niet mag. En als je eens iets wilt dat eigenlijk niet mag dan redeneer je net zolang door totdat je beredeneerd hebt dat het wel mag. Dat soort wetsbeleving leidt uiteindelijk tot de dood, dan mag er niks meer en dan doe je dus alles waar je zin in hebt, dan doet iedereen dat en zorgt iedereen alleen nog maar voor zichtzelf. Je raakt gevangen door de wet. Dan regeren hebzucht en eigenliefde. Dan zijn we zo weer in tijden van financieƫle crisis en economische crisis. Dan raken tallozen zonder werk en gaan enkelingen er met miljoenen vandoor. Dat is de manier van leven waar Paulus stelling tegen neemt. Zijn manier van leven gaat uit van de Geest. Als je de dingen doet in de Geest van Liefde dan gaan ze heel anders. Dan speelt de vraag wat goed is voor een mens en wat niet. Dan speelt niet de vraag wat goed is voor jezelf zonder aan anderen te denken maar dan speelt alleen de vraag wat goed is voor de ander zonder aan jezelf te denken. Dan gaat het niet om die ander waar je nog van te verwachten zou kunnen hebben, om de ander waarmee het ook goed gaat, maar dan gaat het om de ander die het nodig heeft, de minsten onder ons. Want als we er in slagen het met de minsten op de wereld beter te laten gaan dan gaat het beter met de hele wereld. Dat voelt aan als een bevrijding, niet meer gevangen te zitten in regeltjes en uitleg van regeltjes maar vrij te zijn en te mogen handelen uit Liefde. Niet meer je af te hoeven vragen wat jij wel mag en een ander niet, of jij niet en een ander wel, maar alleen nog maar hoeven te vragen hoe het goed, of beter, kan gaan met de ander en hoe jij daar aan zou kunnen bijdragen. Dat is kiezen voor het leven, dat is de weg die Paulus ons hier laat zien, de Weg van Jezus van Nazareth.

Plaats een reactie