Romeinen 7:7-12
Een mooi stukje vandaag over wat wij in onze taal argeloosheid noemen. Argeloos is iemand die iets doet zonder er bij na te denken of het mag of dat het wel zo hoort. Het enige dat telt is of het goed is en of het plezier geeft. Als je dus altijd argeloos het goede doet dan doe je nooit iets verkeerd. Zo beleeft Paulus ook de slavernij van de wet. De wet dwingt je om je altijd af te vragen wat er goed is en wat er fout is. In het verhaal over hoe God vanaf het begin met mensen om is gegaan staat dat God de mens verbiedt om te eten van van de boom van kennis van goed en kwaad. Het was kennelijk de bedoeling dat de mens argeloos zou blijven en het goede zou doen alleen omdat het goed was en omdat het plezier zou geven. Kennis van goed en kwaad levert de zonde op. Niet dat de wet verkeerd was of is. Als iedereen in het verkeer willekeurig aan de linkerkant of de rechterkant van de weg zou rijden dan komen we geen van allen veel verder. Het is daarom goed een keuze in de wet vast te leggen en mensen die zich daaraan niet houden daarop aan te spreken. Maar of je in de wet vastlegt dat er links of rechts gereden wordt is een kwestie van smaak. Wie landen ziet waar niet rechts maar links gereden wordt zal zien dat het verkeer dat niet veel anders is dan bij ons, het beweegt zich alleen aan de andere kant van de weg. Zo zijn er veel wetten en regels die ook het tegendeel zouden kunnen zijn. Zelfs de regel die Paulus citeert over de begeerte kan anders worden uitgelegd. Iemand die honger heeft zal zijn zinnen zetten op voedsel. Dat het voedsel van een ander is zal niet uitmaken. Leven is belangrijker dan begeerte, of afzien van begeerte. Als wij pleiten voor rechtvaardige handelsverhoudingen dan geven we stem aan het verlangen van de armsten in de wereld gelijke kansen te krijgen als de rijken al hebben. De roep om te delen met de armsten weerspiegeld ook het verlangen te kunnen beschikken over een klein stukje van de rijkdom van de rijken. Dat kleine stukje maakt voor velen het verschil tussen leven en dood uit. Maar gevangen zijn in de wet en weet hebben van begeerte als zonde, kan maken dat je je broeder laat hongeren, dat je je zuster bij de put laat omkomen van dorst, dat kinderen sterven bij gebrek aan medicijnen, dat dorpen en steden ontvolkt worden door een verkeerde benadering van aids. Die gevangenschap in de wet kan goedbedoelende eerlijke mensen tot misdadigers tegen de mensheid maken. Daarom zoeken we met Paulus naar de vrijheid van de Liefde. De vrijheid die ons is voorgeleefd door Jezus van Nazareth. Bij die vrijheid gaat het om de liefde tot de minsten op aarde, daarbij kiezen we voor het leven en nemen argeloos op de koop toe wat daarvoor nodig is.