2 Korintiërs 4:1-12
1 Omdat God ons in zijn barmhartigheid deze taak gegeven heeft, verzaken wij onze plicht niet. 2 Integendeel, we hebben ons afgekeerd van heimelijke lafheid: we gaan niet sluw te werk, vervalsen het woord van God niet, maar maken de waarheid openlijk bekend. Zo bevelen we ons ten overstaan van God aan bij ieders geweten. 3 Wanneer er dan toch nog een sluier ligt over het evangelie dat wij verkondigen, geldt dit alleen voor hen die verloren gaan: 4 de ongelovigen, van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is. 5 Wij verkondigen niet onszelf, wij verkondigen dat Jezus Christus de Heer is en dat wij omwille van Hem uw dienaren zijn. 6 Want de God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus. 7 Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. 8 We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld. 9 We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde. 10 We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt. 11 Voortdurend worden wij levenden omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijke bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt. 12 Zo is in ons de dood werkzaam, en in u het leven.(NBV21)
Vandaag is het een maand geleden dat Rusland de oorlog begon met Oekraïne. In de Bijbel staan een heleboel verhalen over oorlogen waarmee het volk Israël werd bedreigd. In de dagen van Paulus werden de nieuwe gemeenschappen van de beweging van de Weg bedreigd met vervolging. Die gemeenschappen trokken zich niks aan van de bestaande orde. Ze kenden geen verschillen tussen armen en rijken, tussen vrijen en slaven, tussen ouden en jongen, en tussen mannen en vrouwen. De leiders namen slaventaken op en stonden dan de voeten te wassen van de mensen die bij elkaar kwamen. Ze deelden het eten dat ze hadden. Aan die nieuwe manier van omgaan met elkaar moest men wel wennen. Arme leden die afhankelijk waren van een baan met een loon en slaven konden niet altijd vroeg weg om samen met de rijken te eten. De rijken moesten maar even wachten.
Er is dus een samenleving mogelijk waar grenzen tussen mensen verdwenen zijn en men samen de problemen oplost en voor elkaar zorgt. Niet alleen voor elkaar, voor alle mensen die lijden en in de verdrukking zijn. Wij zijn dat niet gewend. Wij kiezen mensen die ons vertegenwoordigen en dan de problemen die we tegenkomen mogen oplossen. Ieder van ons maakt zelf uit wie vertegenwoordigd. Dit het democratie. Dat vertegenwoordigen betekent vaak niet dat je voor de oplossingen en voor nieuwe problemen met elkaar in gesprek gaat zodat de vertegenwoordigers de juiste beslissing kunnen nemen. Dat is jammer. Waarom dat jammer is lezen we vandaag bij Paulus. Voor gelovigen in de Weg van Jezus van Nazareth is dat samen voor elkaar zorgen, de ander liefhebben als je zelf, een onmisbaar gegeven. Als vertegenwoordigers daar niet naar luisteren dan gaan ze toch door. Mensen die dat geloof niet hebben keren zich van die vertegenwoordigers af, ze zoeken het maar uit.
Dat het samen staan voor de samenleving waar iedereen gelijk is en voor elkaar gezorgd wordt belangrijk is bewijst de oorlog in Oekraïne. Doordat heel veel burgers daar de wapenen tegen de vijand opnemen is er ineens een leger van miljoenen in plaats van de gebruikelijke honderdduizenden. De leiders van die samenleving onderscheiden zich niet van hun burgers. Dat is in Rusland anders. Daar is de leider het uitgangspunt van alles. Wat hij zegt is waar en wat hij doet is goed. Het doet denken aan een aanbod dat Jezus eens kreeg door de verwarrer te gaan aanbidden zou hij de macht kunnen verkrijgen over alle landen in de wereld. Jezus wees dat af, maar het blijft voor veel mensen een aantrekkelijk aanbod. Macht bevrijd je van de zorg voor anderen, er is maar een zorg, die voor de machthebber. Uit het gedeelte dat we vandaag van Paulus lezen staat de gelovige in Jezus hier recht tegenover. En ook al gaat het misschien slecht met al die idealisten ze geven niet op in het vaste vertrouwen dat het goede eens zal overwinnen. Dat geloven we ook vandaag nog.