Spreuken 13:1-9
1 Een wijze zoon luistert naar de lessen van zijn vader, een spotter sluit zijn oren voor berispingen. 2 Wie iets goeds zegt, voedt zich met zijn woorden, wie onbetrouwbaar is, hongert naar geweld. 3 Wie zijn mond op slot houdt, waakt over zichzelf, wie zijn lippen hun gang laat gaan, stort zichzelf in het verderf. 4 De verlangens van een luiaard worden niet vervuld, een vlijtig mens wordt rijkelijk gelaafd. 5 Een rechtvaardige verafschuwt leugens, door zijn schandelijke praatjes staat een goddeloze in een kwade reuk. 6 Rechtvaardigheid waakt over wie de juiste weg gaat, goddeloosheid laat de zondaar dwalen. 7 De een doet zich rijk voor terwijl hij niets bezit, de ander doet of hij arm is terwijl hij een vermogen heeft. 8 De rijkdom van een mens is het losgeld voor zijn leven, ben je arm, dan word je niet bedreigd. 9 Het licht van een rechtvaardige brengt vreugde, de lamp van goddelozen wordt gedoofd. (NBV)
Je kunt het boek Spreuken ook lezen als een leerboek. Hier worden de piketpaaltjes geslagen die je in staat stellen van je leven een Tempel voor de God van IsraĆ«l te maken. De woorden uit de Spreuken zetten je in beweging, al lijkt het soms of je wordt aangeraden maar niet te bewegen. Zo gaat het deel dat we vandaag lezen in de eerste plaats over wat bij ons het spreekwoord “Spreken is zilver en zwijgen is goud” probeert uit te drukken. Waar in het eerste vers in de Nieuwe Bijbelvertaling “spotter” staat zou het Hebreeuws ook vertaald kunnen worden met iets als “zwetser”. lege praat wordt er verkondigd waar niemand iets aan heeft en dat een mens maar op het verkeerde been zet. Het gaat hier overigens niet zozeer over de opvoeding binnen een gezin maar om de opvoeding door de Hemelse Vader, het volgen van de richtlijnen die zich laten samenvatten in het heb je naaste lief als jezelf.
Je moet dan ook leren dat ijver beter is dan lui zijn. Nu wordt ijver in onze cultuur direct uitgelegd als hard werken. In de afgelopen eeuwen heeft onze samenleving geprofiteerd van het idee dat sober leven en hard werken de mens vooruit zou kunnen brengen. Het is een wat al te gemakkelijk lezen van de Bijbel. De ijver waarover in het boek Spreuken wordt geschreven is namelijk niet hard werken in economische zin maar hard werken om het Koninkrijk van God dichterbij te brengen. Hard werken aan gerechtigheid dus, de rechtvaardige wordt herhaaldelijk tot voorbeeld gesteld. Hard werken aan het voeden van de hongerige, hard werken aan het troosten van de bedroefde, aan het laven van de dorstige. En wie hongert en dorst naar gerechtigheid zal zelf gelaafd worden zegt dit deel uit het boek Spreuken.
Het gaat dan ook niet om schijnvroomheid. Dat hard werken in economische zin wordt in de Bijbel immers ook het najagen van wind genoemd, lucht en leegte levert het op. Het gaat er hier om recht en gerechtigheid te brengen en dat gaat niet vanzelf. Het boek Spreuken benadrukt dat mensen het niet zomaar uit zichzelf weten. Eigenbelang is immers het meest natuurlijke doel om na te streven? En eigenbelang is nu eenmaal niet rechtvaardig want dat gaat altijd ten koste van de ander, ten koste van de zwakkere. In onze dagen zien we dat in de inkomensverschillen. De rijken kennen zichzelf grote salarisverhogingen en bonussen toe terwijl ze van hun werknemers en van zieken, gehandicapten en gepensioneerden vragen om met steeds minder genoegen te nemen, ook minder gemeenschappelijke voorzieningen. Wie een eigen zwembad bij het huis heeft kan gemakkelijk pleiten voor de sluiting van het gemeentelijke zwembad. We zullen dus moeten leren dat delen pas echt rijker maakt en ons voortdurend door de richtlijnen van de Bijbel moeten laten leiden. Elke dag mag dat weer opnieuw, ook vandaag.