Op een tijdstip dat hij niet kent

Matteüs 24:45-25:13

45 Wie is die betrouwbare en verstandige dienaar die de heer heeft aangesteld over zijn huispersoneel om hun op tijd te eten te geven? 146 Gelukkig de dienaar die daarmee bezig is wanneer zijn heer komt. 47 Ik verzeker jullie: hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit. 48 Slecht is echter de dienaar die bij zichzelf zegt: Mijn heer blijft voorlopig nog weg, 49 en die zijn mededienaren begint te slaan en het met dronkaards op een slempen zet. 50 Dan zal de heer van die dienaar komen op een dag waarop hij het niet verwacht en op een tijdstip dat hij niet kent, 51 en hij zal hem straffen met zijn zwaard en hem het lot van de huichelaars laten ondergaan; daar zal hij met hen jammeren en knarsetanden. 1 Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en erop uittrokken, de bruidegom tegemoet. 2 Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. 3 De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen extra olie. 4 De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich. 5 Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in. 6 Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” 7 Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde. 8 De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” 9 De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.” 10 Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. 11 Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!” 12 Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.” 13 Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt. (NBV)

Zondag is de eerste zondag van de advent. Dat is de tijd voor kerst waarin de kerk de verwachting deelt dat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal komen waar alle leed geleden is en alle strijd gestreden. Wanneer die nieuwe hemel en die aarde zullen komen weten we niet. Maar we weten dat we de coronacrisis te boven zullen komen. dat we iedereen op de hele wereld te eten zullen kunnen geven en dat we kunnen zorgen voor ieder die zorg nodig hebben. De lezing van vandaag begint met een heel klein gelijkenisje. Het staat er zelfs niet in de vorm van een verhaaltje, zoals de meeste gelijkenissen die door Jezus van Nazareth werden gegeven, maar als een vraag en antwoord spel. Wie van ons wil dan niet de verstandige dienaar zijn? Velen van ons voelen zich door God geroepen. Nog meer mensen willen best het goede doen. Wie zou nu niet het huispersoneel van God op tijd te eten willen geven? Daarmee worden overigens niet de dominees en pastoors bedoeld die je in kerken kunt vinden. Ook niet de evangelisten die daarbuiten groepen mensen leiden en proberen de Bijbel te verkondigen. Dat huispersoneel zijn onze collega dienaren, dus eigenlijk alle mensen op de hele wereld. Alle mensen op de hele wereld worden immers opgeroepen mee te werken aan houden van je naaste als van jezelf.


Op de tweede zondag van de advent zijn we op Sinterklaasdag en net na Sinterklaasavond. Maar moeten we wel aandacht schenken aan een feest als dat van Sint Nicolaas als de wereldeconomie in een recessie is gedoken en er naast een hele grote voedselcrisis het coronavirus in de wereld woedt. Het gaat over het verstaan van de boodschap van de Bijbel. Hoe moet die verkondigd worden in deze tijd. Nou staat de Protestantse kerk Nederland gelukkig niet alleen maar ze werkt samen met de WARC, de wereldorganisatie van Hervormde en Gereformeerde kerken. Die heeft al in 2004 in Afrika een document aangenomen waarin staat dat het zeer verkeerd is als de onrechtvaardige verdeling tussen arm en rijk blijft bestaan, als mensen worden buitengesloten van de samenleving en als mensen zich overgeven aan een ongebreideld consumentisme. Bij dat laatste denken we aan Sint Nicolaas, en in de westerse wereld zelfs een beetje aan het kerstfeest. Toch wordt het feest van Sint Nicolaas juist een godsdienstoefening genoemd omdat het ons leert eerlijk te delen. De roep om de vaccins voor echt iedereen op de wereld beschikbaar te krijgen klinkt steeds luider.

Het gaat dus ook niet om de geschenken maar om het delen en het samen delen. Het verhaal dat we vandaag uit de Bijbel lezen lijkt met die boodschap van delen in tegenspraak. De wijze meisjes immers delen hun olie juist niet met de dwaze meisjes, hoe zit dat. Nou het gaat in dit verhaal niet om de olie maar om het branden. De vraag is wat je uitstraalt en als je daar niet goed voor zorgt dooft het vuur en straal je niks meer uit. Tegenwoordig lijkt de uitstraling van buiten te moeten komen, make-up, merkkleding, strakke pakken met een krijtstreepje voor mannen het kan niet op. Als het met eenvoudige middelen niet meer te doen is zetten we het mes er in. Je kunt kennelijk alleen nog gelukkig worden als je je laat martelen. De cosmetische chirurgen met hun scherpe messen en botox injecties worden er rijk van. Die mentaliteit wordt door de Protestantse kerken bestreden. Zij gaan mee met de wijze maagden die voor een uitstraling van licht voor de bruidegom zorgen, voor het verhaal van Jezus dus, niet met de dwaze maagden die zich niet om die uitstraling bekommeren en dus in het donker achterblijven. En ook wij worden opgeroepen de warmte en het licht uit te stralen door te zorgen voor de minsten, elke dag weer.

Plaats een reactie