Zodra er doden vielen

Psalm 78:32-51

32 Toch bleven zij zondigen, op zijn wonderen vertrouwden zij niet. 33 En hun dagen eindigden in leegte, hun jaren liepen uit op een verschrikking. 34 Zodra er doden vielen, zochten zij God, zij kwamen tot inkeer en verlangden naar hem, 35 dachten eraan dat God hun rots was, God, de Allerhoogste, hun bevrijder. 36 Maar zij bedrogen hem met hun mond, met hun tong logen zij hem voor, 37 hun hart was niet aan hem gehecht, zij waren zijn verbond niet trouw. 38 Uit erbarmen bedekte hij hun zonde, hij wilde geen dood en verderf, dikwijls bedwong hij zijn toorn en joeg hij het vuur van zijn woede niet aan. 39 Dan dacht hij: Ze zijn maar vlees, adem die gaat en niet terugkeert. 40 Hoe vaak tergden zij God in de woestijn, kwetsten zij hem in dat dorre land, 41 hoe vaak keerden zij zich af en daagden zij hem uit, krenkten zij de Heilige van Israël! 42 Zij dachten niet aan zijn helpende hand, aan de dag dat hij hen verloste van hun belager 43 en in Egypte tekenen verrichtte, wonderen in de vlakte van Soan. 44 Hij veranderde hun rivieren in bloed, uit geen waterstroom was meer te drinken. 45 Hij stuurde de steekvlieg die hen opvrat, en de kikvors die verderf bracht. 46 Hij gaf hun gewas aan de sprinkhaan, aan de kaalvreter hun oogst. 47 Hij doodde hun wijnstokken met hagel, hun vijgenbomen met ijzel. 48 Hij gaf hun vee aan de hagel prijs, hun kudden aan het vuur van de bliksem. 49 Hij liet zijn woede op hen los, toorn, razernij, verschrikking, en zond hun rampen en onheil. 50 Hij baande een weg voor zijn toorn, hij behoedde hen niet voor de dood, gaf hun leven prijs aan de pest. 51 Hij doodde in Egypte elke oudste zoon, de eerstgeboren mannen in de tenten van Cham. (NBV)

Denk nu niet dat de mensen van hun fouten iets leren. Ooit was er een Franse Koning die verveelt uitriep dat de geschiedenis zich steeds herhaalt. Eigenlijk staat dat ook in de passage die we vandaag lezen. Alle fouten van het volk Israël worden nog eens herhaald en alle wonderen die ze hadden meegemaakt worden opgesomd. Maar het enige dat het volk had geleerd was bidden als er nood aan de man kwam. Wij hebben daar zelfs een spreekwoord van gemaakt: “Nood leert bidden.” Maar dat helpt dus mooi niet. Je moet kijken waar het in je geschiedenis goed ging en waar verkeerd. Na de eerste wereldoorlog weigerden de volken zich te verzoenen en met elkaar te delen en samen een nieuwe samenleving op te bouwen. Dat liep dus uit op een nieuwe wereldoorlog. Na die wereldoorlog werd er wel naar verzoening gestreefd en werd er wel gedeeld.

Bij de wederopbouw werd het onderscheid tussen winnaars en verliezers niet meer gemaakt en bij de vorming van een nieuw verenigd Europa was en is er plaats voor alle volken uit Europa. Dat maakt ons een zeer welvarend en rijk werelddeel. Leren we dat nu ook te doen met arme volken zoals die bijvoorbeeld in het Midden Oosten wonen? Nee dus niet. Bewoners van het Midden Oosten die door en in rijke landen opgeleid zijn om geweld en sabotage te plegen, zoals Osama Bin Laden, keren zich tegen het rijke westen dat hen uitsluit en hen geen recht wil doen. De slachtoffers die daarbij vallen zijn het gevolg van onze eigen uitsluitingspolitiek. De allerarmsten uit Afrika bestormen inmiddels in toenemende mate onze grenzen en in plaats van oplossingen voor hun armoede te zoeken besteden we ons geld aan strengere maatregelen en meer grensbewaking. Terwijl we weten dat delen helpt.

We hebben een tijdje gedeeld met de Polen, die hier kwamen werken omdat het er thuis niet meer was. Nu is de klacht dat de Polen thuis een economie hebben opgebouwd en onze tuinders een te kort aan werknemers hebben. Dat we een oplossing voor onze tuinders moeten bedenken die ook op een lange duur houdbaar is komt nog steeds niet bij politici op. De fout van het verleden wordt keer op keer herhaald. Dat ook die vreemdelingen onze broeders en zusters zijn, dat delen rijk maakt en niet arm, zijn Bijbelse begrippen die niet doordringen in de maatschappelijke werkelijkheid. Eerst moeten er doden vallen, moeten mensen have en goed verliezen, moet er nood aan de man zijn, voor we inzien dat we onze samenleving ook op wereldniveau ingrijpend moeten veranderen. Dat we samen staan voor de problemen die er zijn, voor alles wat ook de minsten onder ons raakt. Dan pas worden we niet meer getroffen door rampen en onheil.

Plaats een reactie