Wees waakzaam!

Marcus 13:28-37 28 Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. 29 Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat het einde nabij is. 30 Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn … Lees meer

Bid dat het niet in de winter gebeurt

Marcus 13:14-27 14 Wanneer jullie de “verwoestende gruwel” zien staan waar hij niet hoort (lezer, begrijp dit goed), dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten; 15 wie op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om nog iets uit zijn huis mee te nemen, 16 en wie op het … Lees meer

Aan alle volken het goede nieuws

Marcus 13:1-13 1 Toen hij de tempel verliet, zei een van zijn leerlingen tegen hem: ‘Meester, kijk eens, wat een enorme stenen en wat een imposante gebouwen!’ 2 Jezus zei tegen hem: ‘Die grote gebouwen die je nu ziet-wees er maar zeker van dat geen enkele steen op de andere zal blijven; alles zal worden … Lees meer

Ze verslinden de huizen van de weduwen

Marcus 12:35-44 35 Jezus vroeg de mensen bij zijn onderricht in de tempel: ‘Hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat de messias een zoon van David is? 36 Zelf heeft David, geïnspireerd door de heilige Geest, gezegd: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb … Lees meer

Niemand gaat U te boven

Psalm 16 1 Een stil gebed van David. Behoed mij, God, ik schuil bij u. 2 Ik zeg tot de HEER: ‘U bent mijn Heer, mijn geluk, niemand gaat u te boven.’ 3 Maar tot de goden in dit land, de machten die ik vereerd heb, zeg ik: 4 ‘Wie u volgt, wacht veel verdriet.’ … Lees meer

U hebt de goden gestolen

Rechters 18:11-31 11 Hierop vertrokken de Danieten uit hun verblijfplaats tussen Sora en Estaol. Het leger bestond uit zeshonderd gewapende mannen. 12 Ze gingen op weg en sloegen hun kamp op bij Kirjat-Jearim in Juda. Daarom wordt die plek sindsdien Machane-Dan genoemd. Het ligt iets ten westen van Kirjat-Jearim. 13 Van daar trokken ze verder … Lees meer

Er was geen koning

Rechters 18:1-10 1 Er was in die tijd geen koning in Israël. De stam Dan was nog steeds op zoek naar een eigen grondgebied om zich blijvend te vestigen, want het was de enige stam van Israël waaraan nog geen grondgebied was toegevallen. 2 Vanuit hun verblijfplaats tussen Sora en Estaol hadden ze vijf van … Lees meer

Moge de HEER je zegenen

Rechters 17:1-13 1 In die tijd leefde er in het bergland van Efraïm een man met de naam Micha. 2 Op zekere dag zei hij tegen zijn moeder: ‘Laatst is er toch elfhonderd sjekel zilver van u gestolen? U hebt toen in mijn bijzijn een vloek uitgesproken. Dat geld heb ik, ik heb het gestolen.’ … Lees meer

Dan zullen ze geen honger meer lijden

Openbaring 7:1-17 1 Hierna zag ik vier engelen bij de vier hoeken van de aarde staan. Zij hielden de vier winden van de aarde in bedwang, om te voorkomen dat er een wind over land of op zee of door de bomen zou waaien. 2 Ik zag in het oosten een andere engel opstijgen, die … Lees meer

Val op ons neer!

Openbaring 6:9-17 9 Toen het lam het vijfde zegel verbrak, zag ik aan de voet van het altaar de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis. 10 Ze riepen luid: ‘O heilige en betrouwbare Heer, wanneer zult u de mensen die op aarde leven eindelijk … Lees meer

‘Kom!’

Openbaring 6:1-8 1 Toen zag ik dit: het lam verbrak een van de zeven zegels en ik hoorde een van de vier wezens roepen met een geluid als een donderslag: ‘Kom!’ 2 Ik zag dit: een wit paard met een ruiter, die een boog droeg. Hij kreeg een zegekrans en trok op als een overwinnaar, … Lees meer

Wees niet verdrietig

Openbaring 5:1-14 1 Toen zag ik dit: degene die op de troon zat had in zijn rechterhand een boekrol die aan beide kanten beschreven was en met zeven zegels was verzegeld. 2 Ik zag een machtige engel die met luide stem uitriep: ‘Wie komt het toe de zegels te verbreken en de boekrol te openen?’ … Lees meer