Bang voor de reactie van het volk.

Lucas 20:9-19 9  Hij vertelde de menigte de volgende gelijkenis: ‘Een man legde een wijngaard aan en verpachtte die aan wijnbouwers, waarna hij voor geruime tijd op reis ging. 10  Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers, die het deel van de oogst dat de eigenaar toekwam in ontvangst moest nemen. … Lees meer

Wie heeft u die bevoegdheid gegeven?

Lucas 20:1-8 1 Op een van de dagen dat Jezus het volk in de tempel onderricht gaf en er het goede nieuws verkondigde, kwamen opeens de hogepriesters en de schriftgeleerden, samen met de oudsten, op hem af 2  en vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? En wie heeft u die … Lees meer

Hij is een misbaksel geworden.

Hosea 7:8-16 8 Efraïm heeft zich met andere volken vermengd; hij is een misbaksel geworden. 9  Vreemdelingen hebben zijn krachten verteerd, maar hij beseft het niet; zijn haar is grijs geworden, maar hij beseft het niet. 10  Hoewel de hoogmoed van de Israëlieten tegen hen getuigde, zijn ze niet naar de HEER, hun God, teruggekeerd; … Lees meer

Niemand van hen roept tot mij

Hosea 6:11b-7:7 11b Steeds wanneer ik het lot van mijn volk ten goede keer, 1 steeds wanneer ik Israël genees, komen Efraïms slechtheid en Samaria’s zonden aan het licht. Altijd maar bedriegen! Dieven dringen de huizen binnen, buiten plunderen roversbenden. 2  Het komt niet bij hen op dat ik al hun zonden onthoud; hun daden … Lees meer

Wat moet ik met je beginnen

Hosea 6:4-11a 4 Wat moet ik met je beginnen, Efraïm? Wat moet ik met je beginnen, Juda? Want jullie liefde is als een ochtendnevel, als dauw die ‘s morgens vroeg verdwijnt. 5  Daarom heb ik jullie gedood met de woorden die ik sprak, jullie neergehouwen door mijn profeten; zo brak het volle licht van mijn … Lees meer

Ik wil zingen over trouw en recht

Psalm 101 1 Van David, een psalm. Ik wil zingen over trouw en recht in een lied voor u, o HEER, 2  nadenken over de volmaakte weg-wanneer zult u bij mij komen? Ik handel met een zuiver hart, ook in mijn paleis, 3  niets staat mij voor ogen wat boosaardig is. Gedraai, ik haat het, … Lees meer

U kent uw dienaar

2 Samuel 7:17-29 17  Natan bracht alles wat hij had gezien en gehoord aan David over. 18  Koning David ging het heiligdom binnen, nam plaats voor de HEER en bad: ‘Wie ben ik, HEER, mijn God, wat is mijn familie, dat u mij zo ver hebt gebracht? 19  En alsof dat nog niet genoeg was, … Lees meer

Vol overgave danste hij voor de HEER

2 Samuel 6:12-23 12 Toen koning David hoorde dat de HEER Obed-Edom en zijn familie en bezittingen had gezegend vanwege de aanwezigheid van de ark van God, ging hij naar het huis van Obed-Edom om de ark feestelijk in te halen in de Davidsburcht. 13  Telkens als de dragers van de ark van de HEER … Lees meer

Tamboerijnen, rinkelbellen en cimbalen.

2 Samuel 6:1-11 1 Weer riep David alle weerbare mannen van Israël bijeen; het waren er dertigduizend. 2  Hij ging met zijn gevolg op weg om de ark van God op te halen uit Baäla in Juda, de ark waaraan een bijzondere naam verbonden is: die van de HEER van de hemelse machten, die op … Lees meer

Ga op hen af!

2 Samuel 5:17-25 17 Toen de Filistijnen hoorden dat David tot koning van Israël was gezalfd, rukten ze met al hun troepen uit omdat ze hem wilden overmeesteren. Zodra David dit vernam, verschanste hij zich in de bergvesting. 18  De hele vallei van Refaïm stond al vol Filistijnen. 19  David wendde zich tot de HEER … Lees meer

Wie heeft zal nog meer krijgen

Lucas 19:11-28 11 Aan de mensen die stonden te luisteren, vertelde hij nog een gelijkenis, aangezien hij nu dicht bij Jeruzalem was en zij dachten dat het koninkrijk van God nu spoedig zou aanbreken.12  Hij zei: ‘Een man van voorname afkomst ging op reis naar een ver land om het koningschap in ontvangst te nemen … Lees meer