Jozua 2:15-24
15 Rachab woonde in een huis in de stadsmuur. Ze liet de spionnen langs een touw door het venster naar beneden zakken. 16 ‘Probeer in de bergen te komen, ‘zei ze, ‘anders vinden de achtervolgers jullie. Houd je daar drie dagen schuil, totdat ze teruggekomen zijn. Ga daarna pas weg.’ 17 De mannen zeiden: ‘We zijn niet in alle gevallen gebonden aan de eed die je ons hebt laten zweren. 18 Wanneer we dit land binnentrekken, moet je dit rode koord aan het venster binden waardoor je ons hebt laten zakken. Zorg er dan voor dat je vader en moeder, je broers en je hele verdere familie bij je in huis zijn. 19 Wie van jullie dan naar buiten gaat, is zelf schuldig aan zijn dood. In dat geval zijn we niet aan onze eed gebonden. Maar wordt er ook maar iemand kwaad gedaan die binnen blijft, dan zijn wij schuldig. 20 En we zijn ook niet gebonden aan de eed die je ons hebt laten zweren als je onze plannen verraadt.’ 21 Rachab stemde hiermee in en liet de mannen gaan. En ze bond het rode koord aan het venster. 22 De mannen gingen de bergen in en bleven daar drie dagen, totdat de achtervolgers waren teruggekeerd. Ze hadden overal gezocht, maar niemand gevonden. 23 Toen kwamen de twee mannen de bergen uit, staken de Jordaan over en meldden zich bij Jozua, de zoon van Nun, aan wie ze alles vertelden wat hun overkomen was. 24 Ze zeiden hem: ‘De HEER heeft ons het hele land in handen gegeven, de inwoners zijn doodsbang voor ons.’ (NBV)
Angst is dus een slechte raadgever. Als je je bang laat maken door de ander heb je bij voorbaat verloren. Ook al heeft die ander zaken gedaan waar je best bang voor zou kunnen zijn. Dat woestijnvolk dat op het punt stond Kanaän binnen te trekken had een paar machtige koningen verslagen, dat negeer je niet zomaar. Maar angst is niet het juiste antwoord. Het begint altijd met een gesprek. Probeer eens uit te vinden of mensen die jou angst inboezemen ook echt van plan zijn je kwaad te doen. Wij laten ons immers zo gemakkelijk angst aanpraten? De twee verspieders van Israël die er door Jozua op uit waren gestuurd hadden niet veel nodig om hun conclusies te trekken. Zelfs een paar vreemdelingen die een hoer bezochten werden al vervolgd en gezocht. Zo bang waren ze. Rachab had uitgelegd waar die angst vandaan kwam en was tot de conclusie gekomen dat het volk Israël bij voorbaat al had gewonnen. De angst dreigt ook ons te regeren, jongerenwerkers van allochtone afkomst worden zonder aanwijsbare redenen, zonder dat zij zich kunnen verdedigen, ontslagen omdat ze jongeren wel eens zouden kunnen radicaliseren. Het uit angst reageren kan gemakkelijk dat oproepen waar je bang voor bent.
Rachab sluit een verbond met de verspieders. Een nauwkeurig verbond. Wie wel en wie niet onder de bepalingen van het verbond valt wordt nauwkeurig vastgelegd. Iedereen die in het huis met het rode koord is. Wie daarbuiten is valt er buiten. Wie gewaarschuwd is daar binnen te komen en te blijven heeft een eigen keus. Dat rode koord van Rachab is in de loop van de geschiedenis een eigen leven gaan leiden. Lang was het het teken van een bordeel, uiteindelijk was het een teken dat ook bij de inwoners van Jericho geen argwaan heeft moeten opwekken. Maar in onze dagen is het het teken geworden van de rechten van hoeren. Rachab heeft ons als eerste laten zien dat hoeren gewoon mensen zijn met wie zelfs de mensen die horen bij de God van Israël een verbond kunnen sluiten. Het vermoeden dat Rachab wel eens een tempelprostituee is geweest doet daaraan niet toe of af. Ook Jezus van Nazareth ging bij de hoeren op bezoek, zij stonden onderaan de maatschappelijke ladder en verdienden dus als eersten een nieuwe plaats in de samenleving. De Rode Draad is tegenwoordig hun vakbond, het Scharlaken koord de actiegroep tegen dwang en vrouwenhandel.
Drie dagen is overal in de Bijbel een belangrijke tijdseenheid. Wij denken in deze dagen natuurlijk aan de drie dagen voordat Jezus van Nazareth uit het graf werd opgewekt. Maar het volk Israël trok na de uittocht uit Egypte drie dagen zonder water door de woestijn en op tal van andere plaatsen zijn perioden van drie dagen een teken dat het om een goddelijke periode gaat. Hier moesten de twee verspieders zich drie dagen in de bergen schuilhouden voordat ze weer de Jordaan konden oversteken naar Jozua om verslag uit te brengen. De achtervolgers hadden het na drie dagen opgegeven en kennelijk hielden ze dat woestijnvolk van hun kant niet permanent in de gaten. Het gebeurde zoals Rachab had voorspeld. Het volk zou na drie dagen opbreken en naar de oever van de Jordaan trekken om daar over te steken. Angst kenden ze niet meer. Wie eenmaal bevrijd is uit slavernij, wie zo lang door de woestijn had gezworven weet dat alles mogelijk is. Het was de tweede generatie van het volk dat uit Egypte bevrijd was. Die bevrijding leefde nog sterk, de slavernij hadden ze niet meegemaakt. Ook wij hoeven ons dus niet door angst te laten leiden, als we maar onze naaste lief willen hebben, desnoods onze vijanden.