Ach, dat je helden moesten vallen!

2 Samuel 1:17-27 17 Toen hief David een klaaglied aan over Saul en zijn zoon Jonatan. 18  Hij heeft gezegd dat alle Judeeërs dit lied, het Lied van de boog, moesten leren. Het staat opgetekend in het Boek van de Oprechte: 19  ‘Als een gevelde hinde, Israël, ligt jouw trots gesneuveld op je heuvels. Ach, … Lees meer

Ik ben een Amalekiet

2 Samuel 1:1-16 1 Saul was gesneuveld en David had de Amalekieten verslagen en was alweer twee dagen terug in Siklag. 2  Op de derde dag liet zich iemand uit het legerkamp van Saul aandienen. Hij had zijn kleren gescheurd en stof over zijn hoofd geworpen. Bij David gekomen, boog hij diep voorover. 3  ‘Waar … Lees meer

Of laat hij hen wachten?

Lucas 18:1-8 1 Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven: 2  ‘Er was eens een rechter in een stad die geen ontzag had voor God en zich niets aan de mensen gelegen liet liggen. 3  Er woonde ook een weduwe in die stad, die steeds … Lees meer

Zo zal het ook gaan

Lucas 17:20-37 20 Toen de Farizeeën Jezus vroegen wanneer het koninkrijk van God zou komen, antwoordde hij hun: ‘De komst van het koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, 21  en men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het!” of: “Daar is het!” Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’ 22  … Lees meer

Het was een Samaritaan.

Lucas 17:11-19 11 Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. 12  Toen hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen hem tien mensen tegemoet die aan huidvraat leden; ze bleven op een afstand staan. 13  Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’ 14  Toen hij … Lees meer

Trek je zwaard en steek me dood

1 Samuel 31:1-13  1 Ondertussen leverden de Filistijnen slag met de Israëlieten. Het leger van Israël sloeg op de vlucht en velen sneuvelden in het Gilboagebergte. 2  De Filistijnen drongen tot bij Saul en zijn zonen door en doodden zijn drie zonen Jonatan, Abinadab en Malkisua. 3  Toen richtte de strijd zich in alle hevigheid … Lees meer

Ze moeten de buit samen delen.

1 Samuel 30:16-31 16  De Egyptenaar leidde David naar het kamp van de Amalekieten. Daar zaten ze, in groepjes verspreid, te eten en te drinken. Ze deden zich te goed aan de enorme buit die ze in het land van de Filistijnen en in Juda hadden vergaard. 17  De volgende dag overviel David hen en … Lees meer

Ga in vrede

1 Samuel 29:1-11 1. De Filistijnen hadden zich verzameld in Afek; de Israëlieten lagen in de buurt van de bron bij Jizreël. 2  De Filistijnse stadsvorsten hielden troepenschouw. De manschappen trokken in afdelingen van honderd en duizend voorbij. In de achterste gelederen liepen David en zijn mannen met het leger van Achis mee. 3  ‘Wat … Lees meer

Ik zie geen uitweg meer

1 Samuel 28:15-25 15 Samuël vroeg aan Saul: ‘Waarom heb je me opgeroepen en mijn rust verstoord?’ ‘Ik zie geen uitweg meer, ‘antwoordde Saul. ‘Ik word aangevallen door de Filistijnen en God heeft me in de steek gelaten. Hij geeft geen antwoord meer op mijn vragen, noch bij monde van profeten, noch in dromen. Daarom … Lees meer

Waarom hebt u me bedrogen?

1 Samuel 28:3-14 3  Samuël was inmiddels gestorven. Heel Israël had over hem gerouwd, en hij was begraven in Rama, zijn woonplaats. Daarna had Saul in het hele land een verbod uitgevaardigd op geestenbezwering en waarzeggerij. 4  Toen nu de Filistijnen hun troepen hadden verzameld en waren opgerukt naar Sunem, waar ze hun kamp opsloegen, … Lees meer

Voortaan zal hij mij dienen.

1 Samuel 27:1-28:2 1 Vandaag of morgen val ik natuurlijk toch in handen van Saul, dacht David bij zichzelf. Ik kan me dus maar beter in veiligheid brengen in het land van de Filistijnen. Dan zal Saul het opgeven om mij door heel Israël te achtervolgen en kan ik aan hem ontkomen. 2  Daarom vertrok … Lees meer

Je hebt je taak slecht vervuld.

1 Samuel 26:13-25 13 David stak het ravijn over en een eind verder, op de kam van de rotsen aan de overkant, bleef hij staan, op veilige afstand van het kamp. 14  Daarvandaan begon hij de soldaten en Abner, de zoon van Ner, toe te schreeuwen. ‘Geef je nog antwoord, Abner!’ riep hij. Abner antwoordde: … Lees meer