Hosea 8:1-7 1 Zet de ramshoorn aan je mond! Gieren cirkelen boven het volk van de HEER, want het heeft het verbond met mij geschonden en is in opstand gekomen tegen mijn wet. 2 Hoor ze roepen: ‘O God, u bent toch de onze? Wij zijn uw Israël!’ 3 Maar de Israëlieten wijzen af wat … Lees meer
Lucas 20:41-21:4 41 Hij zei tegen hen: ‘Hoe kan men beweren dat de messias een zoon van David is? 42 Want David zelf zegt in het boek van de Psalmen: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, 43 tot ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt.’ ” 44 … Lees meer
Hij is geen God van doden
Lucas 20:27-40 27 Enkele Sadduceeën, die ontkennen dat er een opstanding is, kwamen naar hem toe en vroegen hem: 28 ‘Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven: als een gehuwd man sterft zonder dat zijn vrouw kinderen heeft gebaard, moet zijn broer met die vrouw trouwen en nakomelingen verwekken voor zijn broer. 29 Nu waren … Lees meer
Ze hielden hem echter in de gaten
Lucas 20:20-26 20 Ze hielden hem echter in de gaten en stuurden er spionnen op uit die zich als rechtvaardigen moesten voordoen, in de hoop hem op een onwettige uitspraak te betrappen, zodat ze hem konden uitleveren aan de overheid, aan het gezag van de prefect. 21 Ze vroegen hem het volgende: ‘Meester, we weten … Lees meer
Bang voor de reactie van het volk.
Lucas 20:9-19 9 Hij vertelde de menigte de volgende gelijkenis: ‘Een man legde een wijngaard aan en verpachtte die aan wijnbouwers, waarna hij voor geruime tijd op reis ging. 10 Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers, die het deel van de oogst dat de eigenaar toekwam in ontvangst moest nemen. … Lees meer
Wie heeft u die bevoegdheid gegeven?
Lucas 20:1-8 1 Op een van de dagen dat Jezus het volk in de tempel onderricht gaf en er het goede nieuws verkondigde, kwamen opeens de hogepriesters en de schriftgeleerden, samen met de oudsten, op hem af 2 en vroegen hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet u die dingen? En wie heeft u die … Lees meer
Hij is een misbaksel geworden.
Hosea 7:8-16 8 Efraïm heeft zich met andere volken vermengd; hij is een misbaksel geworden. 9 Vreemdelingen hebben zijn krachten verteerd, maar hij beseft het niet; zijn haar is grijs geworden, maar hij beseft het niet. 10 Hoewel de hoogmoed van de Israëlieten tegen hen getuigde, zijn ze niet naar de HEER, hun God, teruggekeerd; … Lees meer
Niemand van hen roept tot mij
Hosea 6:11b-7:7 11b Steeds wanneer ik het lot van mijn volk ten goede keer, 1 steeds wanneer ik Israël genees, komen Efraïms slechtheid en Samaria’s zonden aan het licht. Altijd maar bedriegen! Dieven dringen de huizen binnen, buiten plunderen roversbenden. 2 Het komt niet bij hen op dat ik al hun zonden onthoud; hun daden … Lees meer
Wat moet ik met je beginnen
Hosea 6:4-11a 4 Wat moet ik met je beginnen, Efraïm? Wat moet ik met je beginnen, Juda? Want jullie liefde is als een ochtendnevel, als dauw die ‘s morgens vroeg verdwijnt. 5 Daarom heb ik jullie gedood met de woorden die ik sprak, jullie neergehouwen door mijn profeten; zo brak het volle licht van mijn … Lees meer
Ik wil zingen over trouw en recht
Psalm 101 1 Van David, een psalm. Ik wil zingen over trouw en recht in een lied voor u, o HEER, 2 nadenken over de volmaakte weg-wanneer zult u bij mij komen? Ik handel met een zuiver hart, ook in mijn paleis, 3 niets staat mij voor ogen wat boosaardig is. Gedraai, ik haat het, … Lees meer
U kent uw dienaar
2 Samuel 7:17-29 17 Natan bracht alles wat hij had gezien en gehoord aan David over. 18 Koning David ging het heiligdom binnen, nam plaats voor de HEER en bad: ‘Wie ben ik, HEER, mijn God, wat is mijn familie, dat u mij zo ver hebt gebracht? 19 En alsof dat nog niet genoeg was, … Lees meer
Hij zal een huis bouwen voor mijn naam.
2 Samuel 7:1-16 1 Toen de koning zijn intrek had genomen in het paleis en de HEER hem rust had gegeven door hem van al zijn vijanden te verlossen, 2 zei de koning tegen de profeet Natan: ‘Kijk nu toch! Ik woon in een paleis van cederhout, terwijl de ark van God in een tent … Lees meer