Goed en kwaad
Deuteronomium 1:34-2:1 34 Toen de HEER u hoorde klagen, ontstak Hij in woede. Hij zwoer: 35 ‘Niemand van deze verdorven generatie zal het goede land zien dat Ik jullie voorouders onder ede heb beloofd. 36 Alleen Kaleb, de zoon van Jefunne, zal het zien; aan hem en zijn zonen zal Ik het gebied geven dat … Lees meer