De erfgenaam!
Matteüs 21:33-46 33 Luister naar een andere gelijkenis. Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis. 34 Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de … Lees meer
Wat denkt u van het volgende?
Matteüs 21:23-32 23 Toen Hij naar de tempel was gegaan en daar onderricht gaf, kwamen de hogepriesters en de oudsten van het volk naar Hem toe. Ze vroegen Hem: ‘Op grond van welke bevoegdheid doet U die dingen? En wie heeft U die bevoegdheid gegeven?’ 24 Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Ik zal u ook … Lees meer
Uit de gevangenis.
2 Koningen 25:18-30 18 De hogepriester Seraja, zijn plaatsvervanger Sefanja en de drie priesters die aan het hoofd van de tempelwacht stonden, werden door Nebuzaradan, de commandant van de lijfwacht, gevangengenomen. 19 En uit de stad haalde hij de raadsheer die belast was met oorlogszaken, vijf van de vertrouwelingen die vrij toegang hadden tot de … Lees meer
Slechts de allerarmsten
2 Koningen 25:8-17 Op de zevende dag van de vijfde maand, in het negentiende regeringsjaar van koning Nebukadnessar van Babylonië, trok diens dienaar Nebuzaradan, de commandant van zijn lijfwacht, Jeruzalem binnen. 9 Hij stak de tempel van de HEER in brand, en ook het koninklijk paleis en alle andere huizen van Jeruzalem; alle huizen van … Lees meer
Met bronzen ketenen
2 Koningen 24:18-25:7 18 Sedekia was eenentwintig jaar oud toen hij koning werd. Elf jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Chamutal, de dochter van Jirmeja, uit Libna. 19 Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER, precies zoals Jojakim. 20 De HEER was zo woedend op Jeruzalem en Juda dat … Lees meer
In ballingschap weggevoerd
2 Koningen 24:8-17 8 Jojachin was achttien jaar oud toen hij koning werd. Drie maanden regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Nechusta, de dochter van Elnatan, uit Jeruzalem. 9 Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER, precies zoals zijn vader. 10 Het was in die tijd dat veldheren van koning … Lees meer
Wat slecht is
2 Koningen 23:31-24:7 31 Joachaz was drieëntwintig jaar oud toen hij koning werd. Drie maanden regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Chamutal, de dochter van Jirmeja, uit Libna. 32 Hij deed wat slecht is in de ogen van de HEER, precies zoals zijn voorouders. 33 Hij werd door farao Necho in Ribla in het … Lees meer
Er blijft niets van over
2 Koningen 20:12-21 12 In die tijd stuurde koning Berodach-Baladan van Babylonië, de zoon van Baladan, die had vernomen dat Hizkia ziek was, gezanten met brieven en een geschenk naar hem toe. 13 Hizkia nam hun boodschap in ontvangst en liet hun al zijn schatkamers zien: het zilver, het goud, het reukwerk, de kostbare oliën, … Lees meer
Niet meer beter worden.
2 Koningen 20:1-11 1 Omstreeks dezelfde tijd werd Hizkia dodelijk ziek. De profeet Jesaja, de zoon van Amos, kwam naar hem toe en zei: ‘Dit zegt de HEER: Wikkel je zaken af, want je gaat sterven. Je zult niet meer beter worden.’ 2 Hizkia draaide zijn gezicht naar de muur en bad tot de HEER: … Lees meer
Wie in het dodenrijk
Psalm 6 1 Voor de koorleider. Bij snarenspel, op de wijs van De achtste. Een psalm van David. 2 HEER, straf mij niet in uw woede, tuchtig mij niet in uw toorn. 3 Heb erbarmen, HEER, want ik kwijn weg. Genees mij, HEER, ik ben doodsbang, 4 ik vrees voor mijn leven. Hoe lang, HEER, … Lees meer
Zeventig maal zeven
Matteüs 18:21-35 21 Daarop kwam Petrus bij Hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ 22 Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven. 23 Daarom is het met het koninkrijk van de hemel … Lees meer