Johannes 1:19-34
In de tijd van Jezus van Nazareth waren er in Israël veel bewegingen die de bevrijding van de bezetting door de Romeinen nastreefden. Hun leiders beriepen zich op de Hebreeuwse Bijbel en noemden zich Messias, zoals die in de Bijbel wordt aangekondigd. Nu was Johannes de Doper een zeer populair figuur. In de Bijbel staat ergens dat alle inwoners van Judea en Jeruzalem zich door hem lieten dopen in de Jordaan. Hij riep iedereen op zich af te keren van de gewoonte met het Romeinse Rijk te leven alsof dat gewoon was en weer te gaan leven op de manier waarop Israël was bedoeld. Dat was dus ook wat al die Messiassen leerden. Geen wonder dat de autoriteiten in de Tempel mensen er op uitstuurden om eens te informeren wie die Johannes wel niet was. Er waren overigens ook mensen die geloofden dat de profeet Elia ooit terug zou komen. Nog houden Joden op de avond van de maaltijd ter herinnering van de uittocht een stoel vrij aan tafel opdat ook Elia als hij komt een zitplaats heeft. Maar Johannes gaf zich niet uit voor Messias en zeker ook niet voor Elia. Wel stelde hij zich in de traditie van de profeten, de mensen die in de geschiedenis van Israël telkens weer hadden opgeroepen om zich weer aan de bedoeling van de Wet van de Woestijn te gaan houden. Houdt van je naaste als van jezelf, deel met de minsten en zorg voor gerechtigheid en vrede. Dat was de stem van de roepende in de woestijn zoals de profeet Jesaja die geschetst had. Het recht was de weg van God, de enige Heer die de wereld kent. Die weg kwam Johannes voorbereiden. En dan komt Jezus van Nazareth langs. De manier waarop die zich liet dopen moet een diepe indruk gemaakt hebben. Een duif daalde op hem neer. Joodse Bijbelkenners zullen zich direct afgevraagd hebben welke duif werd bedoeld. De duif die Jona heette en profeet was in een Heidense stad? Of de duif van Noach die uitgezonden werd om vruchtbare grond te zoeken. Die Heidense stad bekeerde zich bijna ondanks Jona en die vruchtbare grond werd gevonden en vormde een nieuw begin voor de mensheid. Johannes zag dat alles in Jezus van Nazareth en wees hem aan als de Messias, in de Geest van God trad die Messias op. Voor Johannes was die Jezus van Nazareth de zoon van God. Wij weten niet waaraan Johannes dat zag. In andere verhalen zijn Johannes en Jezus neven en waren hun ouders al overtuigd van hun bijzondere roepingen. Maar er wordt ook over twijfel van Johannes de Doper verteld toen hij leerlingen dezelfde vraag liet stellen die aan Johannes in dit verhaal wordt gesteld : Wie bent U? Misschien is die vraag wel het belangrijkste uit dit verhaal. Want stelt dit verhaal die vraag ook niet aan ons? Wie bent U? De vruchtbare die de rechte Weg uit de Woestijn bewandeld, of de vragensteller die namens de ordelijke wereld blijft vragen wie we eigenlijk zijn dat we steeds naar vrede en gerechtigheid blijven vragen.