1 Johannes 5:1-12
Denk nu niet dat het leven daardoor gemakkelijk wordt. Wie gelooft heeft door het geloof de wereld overwonnen staat er. Dat betekent niet dat gelovigen nu de baas van de wereld zijn geworden. Er zijn er die zich zo gedragen maar die noemen zich gelovig maar zijn het niet. Nee als je werkelijk gelooft dan heb je geen behoefte meer aan de manieren die in de wereld gewoon zijn. Dan is er geen streven meer om de baas over mensen te worden, om op te vallen als de beste, de rijkste, de mooiste. Dan geldt alleen nog het lot van broeders en zusters, het lot van de minsten op aarde. Dan is er alleen nog de vraag of de hongerigen gevoed zijn, de gevangenen bezocht, de naakten gekleed en de bedroefden getroost. Dan rust je niet voor er eerlijke handelsverhoudingen zijn waardoor mensen een eerlijke beloning krijgen voor het werk dat ze verrichten. Dat allemaal te doen is geen zware last. Wie zich bekommert om de naaste, wie de naaste liefheeft als zichzelf weet dat daaraan een enorme vreugde te ontlenen is. Mensen die in de voedselbanken werken weten dat de voedselbanken schandvlekken zijn op onze rijke samenleving, tekenen dat mensen wel willen delen maar dat de samenleving als geheel niet op delen is ingericht. Maar diezelfde mensen zien de vreugde van mensen die in tijden geen warme maaltijd konden eten, die hun kinderen geen brood mee naar school konden geven of met een goed ontbijt van huis konden laten gaan. Die vreugde geeft een warmte en blijdschap die onbeschrijfelijk is. De mensen die zich op die manier met de geboden van God bezig houden voelen zich bevrijd van de wereld. De druk om te presteren om meer en meer te presteren is verdwenen. Die bevrijding kon alleen omdat Jezus van Nazareth, de bevrijder, de Christus in het Grieks, kon worden nagevolgd. Die Jezus Bevrijder, Jezus Christus, was een mens, net als alle mensen geboren in water en bloed. Daarom kan hij worden nagevolgd. Als je in zijn Geest werkt dan weet je dat het waar is, op die manier zeggen we dat zijn Geest er van getuigt. De briefschrijver noemt drie getuigen. Welke getuigen bedoeld worden weten we niet precies. Er zijn verschillende handschriften van deze brief die verschillende getuigen noemen op dezelfde plaats. De Nieuwe Bijbelvertaling kiest voor “de Geest, het water en het bloed”, maar er zijn ook handschriften die noemen “de Vader, het Woord of de Zoon, en de Geest” en die drie zijn één staat er dan. Omdat Jezus van Nazareth het gebod van God volgde, omdat hij mens was die gevolgd kan worden, omdat in zijn Geest gewerkt kan worden is het goddelijk om dat gebod te doen. Je naaste liefhebben als jezelf, hoe je het ook zegt, het is te doen, het is heerlijk om te doen.