Genesis 47:13-27
Dat is ook een mooie, die Jozef. Toen het volk nog graan in overvloed had legde hij de Egyptenaren een belasting op van een vijfde van al het graan. Dat liet hij opslaan voor slechtere tijden. Nu zijn die slechte tijden er en achtereenvolgens vraagt hij hun zilver om te kunnen eten en als dat op is hun land en als het graan weer op is hun zelf en maakt hij het volk tot slaaf. En voortaan moeten ze opnieuw twintig procent van al het graan afdragen aan de Farao. Wij zouden dat in onze dagen niet meer pikken zou je zo denken. Maar ook wij gaan ver als we in leven willen blijven. In de grote politiek heet dat dan dat we onze eigen belangen niet uit het oog moeten verliezen. Daarom kopen we olie en andere grondstoffen vaak van regeringen die alles doen wat wij verkeerd vinden. Ons opgeheven vingertje, ja zelfs veroordelingen van de Verenigde Naties of de Veiligheidsraad, houden ons niet tegen als ons belang vraagt dat we goede betrekkingen onderhouden met veroordeelde regeringen. Jozef wordt geprezen om zijn rechtvaardig beleid. Over dat tot slaaf maken van het volk zijn de geleerden het overigens niet eens. In de Griekse vertaling die ooit van het Oude Testament is gemaakt, dat is de oudste versie die we op schrift hebben van de Hebreeuwse Bijbel, staat inderdaad dat het volk van Egypte tot slaaf is gemaakt. In een nog oudere versie van de eerste vijf boeken van de Hebreeuwse Bijbel, die door de Samaritanen werd gebruikt, staat dat ook, maar in de tekst van de Joodse Rabijnen, de zogenaamde Masoretische tekst die bij vertalingen meestal als leidend wordt gebruikt staat dat het volk overgebracht werd naar de steden. Jozef laat overigens de Egyptische priesters buiten beschouwing. De godsdienst van de Egyptenaren bleef zo in tact. Een respect voor vreemde godsdiensten dat ons soms vreemd lijkt te zijn. Voor Jozef niet want die was immers met de dochter van de Egyptische priester getrouwd. De twee zonen uit dit huwelijk zouden met de broer en de halfbroers van Jozef stamvader van de stammen van Israel worden. De Bijbel veroordeelt zelfs die vreemde godsdienst niet. Waar het in dit verhaal om gaat is dat de mensen door al die maatregelen van Jozef blijven leven. Ze krijgen onderling geen ruzie, er breken geen gevechten uit om de verdeling van het graan dat ligt opgeslagen. Het gaat er niet om wie veel zilver heeft en wie weinig, het gaat er ook niet om wie veel land heeft en wie weinig, iedereen moet ook evenveel belasting van de opbrengst betalen. Zelfs maken de maatregelen van Jozef het mogelijk dat er nog een volk blijft leven, het volk van Israƫl zoals Jacob nu genoemd wordt. Dat zouden ook wij eens moeten bedenken als we gevraagd worden onze rijkdom te delen met anderen die vergaan van de honger. Als wij ons daar zelf voor zouden inzetten, zoals de Egyptenaren die slaaf werden, dan zouden ook die hongerenden in de wereld gevoed kunnen worden.