Matteüs 24:1-14
Velen hebben geloofd dat Jezus het had over de verwoesting van de Tempel in Jeruzalem in het jaar 70. Maar als je het stuk goed leest is dat niet het geval. Het gaat over de kwade tijden die je kunnen overkomen en het volhouden van het geloof dat op een dag de wereld goed zal zijn. Oorlogen zullen er zijn en berichten over oorlogen. Natuurlijk in de loop van de tijd gaan alle gebouwen ten onder, geen steen blijft voor eeuwig op de andere maar oorlogen en onrecht lijken te blijven. Dat is na al die tijd nog steeds zo. Dat zal ook de nieuwe president van de Verenigde Staten niet kunnen veranderen, ondanks de hoop die hij mensen geeft op een wereld met meer vrede en rechtvaardigheid. Gelovigen in de VS hebben soms sterk de neiging voor de oorlogen en oorlogsdreiging die in dit Bijbelgedeelte worden genoemd naar anderen te kijken. Er is een prachtig lied van Johnny Cash over dit bijbelhoofdstuk dat de Sowjet Unie en haar macht aanwijst als bewijs voor de ophanden zijnde ondergang van de wereld. De Sowjet Unie is er niet meer en de wereld is nog steeds niet veranderd. we kunnen dan ook in de eerste plaats beter naar onszelf kijken. Jezus roept op stand te houden voor zijn verhaal van rechtvaardigheid en vrede, zijn verhaal van liefde voor de hele wereld. Dat is geen lief gedoe, dat gaat vaak tegen de hersende opvattingen in. Dat veroordeelt voedselbanken als schandvlek voor een rechtvaardige samenleving en werkt er hard aan mee omdat er te veel mensen zijn die de voedselbanken maar al te hard nodig hebben. Dat strijdt tegen armoede en helpt de armen. Tot het uiterste, tot aan de einden der aarde als het nodig is. Dat stelt de voedselcrisis in de wereld boven de crisis in de financiële wereld. Dat blijft kijken naar een eerlijke verdeling van kennis, rijkdom en macht. Natuurlijk kan de nieuwe president van de Verenigde Staten daarbij helpen. De bevrijding van de armen moet in de hele wereld verkondigd worden en wie de binnensteden van Amerikaanse steden bekijkt weet dat daar vaak die boodschap nog lang niet is doorgedrongen. Want het verkondigen van die boodschap als getuigenis voor alle volken betekent niet dat je op de hoek van een straat gaat staan en roept dat Jezus redt, of dat je dat in grote letters op je dak moet zetten, of in kleurige blaadjes die je van huis tot huis verspreidt, maar het betekent dat je op weg gaat om gemeenschappen van mensen te vormen die delen met elkaar, die niet rusten voor aan de armsten onder hen recht wordt gedaan. Daarvoor stuurde Jezus van Nazareth zijn leerlingen er op uit, daarvoor worden wij er op uit gestuurd. Vandaag dus net zo goed als gisteren en morgen.