Matteüs 23:34-39
Heidenen die zichzelf beter vonden dan de Joden hebben in het verhaal dat we vandaag lezen vaak aanleiding gevonden zogenaamd te bewijzen dat alle Joden niet zouden deugen. Dat staat er niet en kan er ook niet bedoeld worden. Jezus van Nazareth was zelfs immers een Jood, een gelovige Jood en vervult van het Joodse ideaal van een voorbeeld volk dat alle volken zou brengen tot het eer bewijzen aan God door te zorgen voor de armen en voor de minsten. Maar in de loop van de geschiedenis zijn mensen altijd weer met elkaar de strijd aangegaan op leven en dood. Dat begon al bij Kaïn en Abel en dat gaat voor ons door tot op de huidige dag. Jezus van Nazareth laat die geschiedenis door gaan tot het verhaal van Zacharia, Zecharja vertaalt de Nieuwe Bijbelvertaling. Dat verhaal kun je teruglezen in 2 Kronieken, daar wordt hij overigens de zoon van Jojada genoemd en hij werd vermoord in de voorhof. Vanaf die tijd was ook de voorhof van de Tempel niet meer de vrijplaats waar vervolgden een plek konden vinden om zich beschermd te weten tegen woedende moordenaars die al of niet wraak wilden nemen voor iets. Juist die bescherming van de armen, juist de bescherming tegen geweld zou Jeruzalem en de Tempel een zo unieke plaats in de samenleving hebben moeten geven dat ook bezetters er respect voor zouden hebben. Kerken hebben soms nog steeds die functie van vluchtplaats. In België vluchten mensen die geen papieren hebben en bedreigd worden opgesloten en gedeporteerd te worden vaak kerken in. Vrijwilligers en advocaten krijgen daardoor de kans en de tijd op een eerlijke wijze hun zaak te onderzoeken en het recht te verkrijgen dat mensen verdienen. In 1980 heeft ook in Nederland een tijdlang dat Kerkasiel gefunctioneerd voor mensen die hier zonder toestemming van de overheid lang hadden gewerkt en die bedreigd werden met opsluiting en uitzetting. Velen van hen bleken onterecht bedreigd te worden met uitzetting en hebben dankzij dat kerkasiel alsnog een verblijfsvergunning gekregen op grond van de wetten die toen golden. Daarna hebben kerken ook opvangcentra opgezet voor asielzoekers die door een bureaucratische overheid in de knel dreigden te raken. Daar is uiteindelijk het generaal pardon aan te danken voor mensen die tussen twee wetten in de knel raakten. Kerkelijke leiders in Nederland en België hebben zich steeds verzet tegen de gedachte dat de Kerk, dat kerkgebouwen een vrijplaats zouden kunnen zijn waar mensen de tijd konden krijgen om met de overheid te onderhandelen over hun recht. In de Nederlandse wet staat de mogelijkheid wel, tijdens een godsdienstoefening mag een kerkgebouw niet binnengevallen worden en wanneer oefenen we meer in onze godsdienst dan wanneer een gemeente de armen onder haar vleugels neemt. Net als in de dagen van Jezus van Nazareth nemen ook nu Kerkelijke Leiders een goede verhouding met de wereldlijke overheid meer serieus dan de zorg voor de armen. Maar waarom zou ons dat tegen moeten houden?