1 Petrus 5:8-14
Je moet waakzaam blijven want de lasteraar gaat rond als en brullende leeuw. Vanouds wordt hier “duivel” vertaald maar lasteraar is eigenlijk een betere vertaling en als je niet in de duivel geloofd is die vertaling misschien ook wel gelijk een betere waarschuwing. In de tijd dat deze brief werd geschreven gingen er vele vooroordelen over de Christenen rond. Ze zouden een ezel aanbidden, ze zouden kinderen offeren, ze zouden mensenvlees eten en noem maar op. Die lasterpraatjes veroorzaakten iedere keer weer nieuwe vervolgingen en dus nieuwe martelaren onder de christenen. De waarschuwing uit deze brief is dus niet een vroom praatje om je niet in te laten met een geestelijke tegenstander van God. Die tegenstanders zijn al lang overwonnen maar wat mensen in de strijd kunnen brengen tegen het idee dat slaven moeten worden vrijgelaten, afgoden afgezworen en rijkdom eerlijk gedeeld is onuitputtelijk. Daarvoor moeten we zelfs tot in onze tijd uitkijken. Zo is ons door werkgevers wijs gemaakt dat het ontslagrecht slecht voor de werkgelegenheid zou zijn, knappe economen hebben dat onderzocht en komen tot hun verbazing tot de ontdekking dat het huidige ontslagrecht een heleboel arbeidsplaatsen scheelt, het is dus goed voor de werkgelegenheid. Vooroordelen over Christenen zijn er natuurlijk te over. Christenen die zich christenen noemen maar die niet mee willen doen aan een rechtvaardige samenleving houden die vooroordelen graag in stand. Ze wijzen intieme relaties tussen mensen die van elkaar houden af, ze wijzen vreugde en vrolijkheid af, ze doen net of er niets mag, of nog erger doen ze alsof je een baas in een kerk moet gehoorzamen, of een dode van vroeger nodig hebt om tot God te bidden, ze doen ook of vrouwen in de kerk hun mond moeten houden en niet mee mogen doen. Al dat onbijbels gedrag van christenen roept nieuwe vooroordelen op en bevestigd oude vooroordelen. Dat houdt mensen af van het gaan geloven in dat Koninkrijk van God. Want geloven dat dat mogelijk en haalbaar is en dat je daar aan mee mag doen is het geloof dat we iedereen in de wereld toewensen. Maar het roept in de hele wereld dezelfde ellende op, als je dat geloofd wordt je belachelijk gemaakt met alle vooroordelen die overal dezelfde zijn. Pas dus ook in onze tijd op voor de lasteraars. We zijn daarmee aan het eind gekomen van de brief die kennelijk met behulp van Silvanus is geschreven, mogelijk in Babylon. Dat Babylon is dan niet het Babel dat we uit de verhalen over de ballingschap kennen maar een klein stadje in Noord Afrika. Daar heeft Petrus, of het gezelschap van Petrus korte tijd verbleven. Er is een overleving die zegt dat hij naar Rome is gegaan om daar vermoord te worden, maar die overlevering staat niet in de Bijbel en zou misschien tot verkeerde vooroordelen kunnen voeren, kijk daar dus mee uit.