Ik heb U niets misdaan

Rechters 11:12-27
 
Er zijn in de geschiedenis altijd wel argumenten te vinden om elkaar te bestrijden. Hoever moet je terug gaan om argumenten te vinden om je zogenaamde gelijk te halen? In het verhaal van Jefta ging de koning van de vijand meer dan 300 jaar terug om aan te tonen dat hij terecht aanviel. De Islamistische fundamentalisten gaan graag terug tot de kruistochten om aan te tonen hoe verderfelijk onze samenleving wel niet is. Nou is het zo dat wij niet zoveel meer weten van de kruistochten en daarom onze geschiedkundige kennis moeten opfrissen, maar de kruistochten kunnen toch nimmer een reden zijn voor het opblazen van treinen, vliegtuigen en het sturen van autobommen. In de discussie die Jefta met de koning van de Ammorieten voert speelt de doortocht van het volk een grote rol. Een groep mensen die door de woestijn trekt op weg naar het land van hun oorsprong wil graag door een land trekken maar mag dat niet. Eigent dat volk het recht op doortocht zichzelf toe? Volgens Jefta niet, ze trekken er steeds om heen.

Alleen als ondanks de omtrekkende beweging een koning toch besluit tot een aanval komt het tot een gevecht dat door Israel gewonnen wordt. We mogen dus leren van de geschiedenis, maar om nu ons gelijk te ontlenen aan de geschiedenis is wat anders. Haarlemmers zullen Spanjaarden echt niet aankijken op wat Spanjaarden met Haarlemmers hebben gedaan in de 80 jarige oorlog. Leidenaren zullen elk jaar echter wel het ontzet van Leiden op 3 oktober 1574 vieren en evenzo hebben Alkmaarders voor 8 oktober een groot feest voor het ontzet van 1573 op touw gezet. Bij deze feesten speelt een rol dat er altijd burgers nodig zijn om de vrijheid van geweten te bevechten. Ook in onze dagen zijn er weer autoriteiten die de vrijheid van meningsuiting van de burgers willen inperken. Die burgers zouden opstand en verzet eens kunnen verheerlijken. Alsof ons land er zonder opstand en verzet geweest zou zijn. Alsof sinds de zestiende eeuw mensen geïnspireerd door richters als Jefta niet voortdurend hebben opgeroepen tot opstand tegen onrecht en dwingelandij.

Vrouwen en mannen zijn in ons land op de brandstapel gezet omdat ze er andere meningen op na hielden. Willem de Zwijger, de Vader der Vaderlands, schreef een verontschuldiging voor zijn ontrouw aan de Koning van Spanje waarin hij de vrijheid van geloof en geweten voorop zette. Kennis van deze geschiedenis kan je dus behoeden voor het roepen dat bepaalde geloofsuitingen niet meer mogen en dat een verbod zelfs tot onze historische traditie zou behoren. Maar gebeurtenissen uit de geschiedenis betekenen niet dat we nu nog Katholieken vervolgen of wraak nemen op Protestanten. Wel behoort het tot de traditie te blijven roepen tegen onrecht en gewetensdwang. We roepen daarvoor dus nog maar even mee.

 

Plaats een reactie