Marcus 6:1-6a
1 Hij vertrok weer en ging naar zijn vaderstad, gevolgd door zijn leerlingen. 2 Toen de sabbat was aangebroken, gaf Hij onderricht in de synagoge, en vele toehoorders waren stomverbaasd en zeiden: ‘Waar haalt Hij dat allemaal vandaan? Wat is dat voor wijsheid die Hem gegeven is? En dan die wonderen die zijn handen tot stand brengen! 3 Hij is toch die timmerman, de zoon van Maria en de broer van Jakobus en Joses en Judas en Simon? En wonen zijn zussen niet hier bij ons?’ En ze namen aanstoot aan Hem. 4 Jezus zei tegen hen: ‘Een profeet wordt overal erkend behalve in zijn vaderstad, onder zijn verwanten en huisgenoten.’ 5 Hij kon daar geen enkel wonder doen, behalve dat Hij een paar zieken de handen oplegde en hen genas. 6 Hij stond verbaasd over hun ongeloof. (NBV21)
Als iemand bij je in de buurt is opgegroeid kun je je nauwelijks voorstellen dat die persoon ineens een nationale persoonlijkheid wordt. Waar haalt hij toch al die wijsheid vandaan? Het is toch ook gewoon een zoon van een moeder, een broer van stadgenoten, broers en zusters die onder ons wonen? Alle glitter en glamour valt van mensen af als je ze ook in een natuurlijke omgeving ziet. Ze gaan allemaal naar het toilet en moeten allemaal in de ochtend de tanden poetsen.
Bij Jezus van Nazareth kwam daar ook nog de familie bij. Een eigenschap van dorpsleven dat ook in onze dagen nog lang heeft standgehouden. In veel dorpen zijn mensen familie van elkaar en is er maar een beperkt aantal achternamen. Als kinderen dan ook nog vernoemd worden naar grootouders of ouders dan heten heel veel mensen hetzelfde. Daar komt dan de familie bij. Je heet niet gewoon Jan maar je bent de Jan van Piet en Marie. Zo werd er in het kleine Nazareth ook naar Jezus gekeken.
Jezus van Nazareth verbaasde zich over het ongeloof van zijn dorpsgenoten. Als hij kon wat hij kon dan konden zij dat toch ook, zorgen dat mensen er weer bij gingen horen, eerlijk delen met elkaar, zorgen voor eerlijke handelsvoorwaarden. Maar werken aan een betere samenleving is niet eenvoudig. Voor gewone mensen is er elke dag ook wel een tegenslag en dat betekent dat je niet hoog van de toren moet blazen. Visioenen van een betere wereld worden niet gewaardeerd, probeer het eerst vandaag maar eens goed te doen. Dat kan dus ook, net als Jezus gewoon maar iemand helpen, je naaste zien en die een plaats geven, elke dag opnieuw.