Maleachi 3:1-5
1 Let op, Ik zal mijn bode zenden, die voor Mij de weg zal effenen. Opeens zal Hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond naar wie jullie verlangen. Komen zal Hij-zegt de HEER van de hemelse machten. 2 Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer Hij verschijnt? Hij is als het vuur van een edelsmid, als het loog van een wolwasser. 3 Hij zal zitting houden als iemand die zilver smelt en het zuivert; de zonen van Levi zal Hij zuiveren en zeven als goud en zilver, en dan zullen ze op de juiste wijze offergaven brengen aan de HEER. 4 De offers van Juda en Jeruzalem zullen de HEER met vreugde vervullen, zoals in vroeger jaren, zoals in de dagen van weleer. 5 Ik zal naar jullie toe komen om recht te spreken, en Ik zal niet aarzelen te getuigen tegen tovenaars en echtbrekers, tegen mensen die meineed plegen en mensen die hun dagloners uitbuiten, en tegen allen die weduwen en wezen onderdrukken en vreemdelingen geen plaats gunnen, want geen van allen hebben zij ontzag voor Mij-zegt de HEER van de hemelse machten. (NBV21)
Het is een vraag die vaak wordt gesteld. Er is oorlog, er is onderdrukking, er is uitbuiting, er is discriminatie, er is marteling, er is belediging, maar waar is nu de God die dat alles niet zou dulden? De vraag wordt hier beantwoord met het wijzen op de bode die zal komen. Die gaat naar het hart van de samenleving, daar waar de richtlijn van heb je naaste lief als jezelf wordt bewaard. Die bode zal de weg voor God effenen. En met het woord “bode” is Maleachi gegeven. Maleachi betekent bode. De Profetie zelf zal de weg voor God effenen. Dat betekent ook vandaag dat we niet moeten zwijgen. Dat betekent dat we de gedachtevorming over het opvangen van vluchtelingen niet moeten overlaten aan mensen die geen enkele verandering in hun omgeving willen en alleen gedreven worden door angst en eigen belang. Het verhindert ons immers een weg te zoeken om in vrede met anderen samen te leven, om maaltijd te houden in het hart van de samenleving met de vreemdelingen in ons midden.
De profetie die we hier lezen spreekt van het smelten van zilver en zuiveren en het zeven van goud en zilver. Op hardhandige wijze worden de praalhanzen met hun populistische taal de samenleving uitgeveegd, zodat de armen, de zieken, de hongerigen en de vreemdelingen weer centraal komen te staan en God gediend kan worden boven alles. Het gaat er daarbij niet zachtzinnig toe. Nu is het niet zo dat iedereen maar geweld mag gebruiken als dat wat een ander zegt niet zint. Integendeel. Juist mensen die de vrede nastreven, die de regel van eerlijk delen en houden van je naaste als van jezelf willen toepassen zullen van geweld afzien. Maar ze zullen niet zwijgen omdat het zo lelijk klinkt. De taal zal hard zijn, als het vuur van een smid of het loog van een wolwasser. Dat laatste kennen we niet meer zo goed, maar bleekwater om het bad te reinigen, of chloor voor het zwembad wel, en dat heeft hetzelfde effect, het beneemt je de adem.
Denk nu niet dat het gaat om gelovigen tegen ongelovigen, om christenen, of Joden, tegen de rest, nee het gaat om de veroordeling van tovenaars, van echtbrekers, van mensen die meineed plegen, van de exorbitante zelfverrijkers, van werkgevers die hun dagloners uitbuiten, die illegalen in dienst hebben zonder dat ze fatsoenlijk betalen, tegen allen die de weduwen en de wezen onderdrukken en lees goed: “tegen hen die de vreemdelingen geen plaats gunnen” . Juist in deze tijd van de discussies over de opvang van vluchtelingen klinken de woorden uit Maleachi niet alleen actueel maar ook als waarschuwing dat de onterechte afkeer van vreemdelingen en vluchtelingen van alle tijden is. Terugsturen van vreemdelingen en vluchtelingen , uitsluiten en verplicht laten inburgeren is dus hetzelfde als geen ontzag voor God hebben. Gelukkig dat er advocaten zijn die doorgaan recht te zoeken daar waar in het parlement onrecht wordt gepleegd. Gelukkig dat er vrijwilligers zijn die concreet willen helpen, gelukkig dat er mensen zijn die hun geld en goed willen delen met de ontheemden, gelukkig dat er mensen zijn die een ander geluid laten horen dan de angstige schreeuwers, Laten we ze steunen het hele komende jaar zal dat luidruchtig nodig zijn.