Maleachi 3:6-12
6 Ik, de HEER, ben niet veranderd, en jullie gedragen je nog altijd als nakomelingen van Jakob. 7 Jullie voorouders hielden zich al niet aan mijn geboden, en ook jullie doen dat niet. Keer terug naar Mij-zegt de HEER van de hemelse machten-,dan zal Ik naar jullie terugkeren; en jullie zeggen: ‘Hoezo moeten we terugkeren?’ 8 Vinden jullie dat een mens God mag bestelen? Toch bestelen jullie Mij, en zeggen dan: ‘Hoezo bestelen we U?’ Door de tienden en de andere heffingen achter te houden! 9 Jullie zijn vervloekt en nogmaals vervloekt, en toch blijft het hele volk Mij bestelen. 10 Stel Mij maar eens op de proef-zegt de HEER van de hemelse machten. Breng alle tienden naar mijn voorraadkamer, zodat er voedsel in mijn tempel is, en zie dan of Ik niet de sluizen van de hemel voor jullie open en zegen in overvloed op je land laat neerdalen. 11 Ik zal de sprinkhaan onschadelijk maken zodat hij de opbrengst van je akkers niet meer kan verwoesten, en de druiventros zal niet meer verdorren in je wijngaarden-zegt de HEER van de hemelse machten. 12 Alle volken zullen jullie gelukkig prijzen, want jullie zullen wonen in een heerlijk land-zegt de HEER van de hemelse machten. (NBV21)
Er verandert niet veel aan de mensen door de eeuwen heen. In deze profetie wordt al gewezen op het volk Israël, de nakomelingen van Jacob die sinds de intocht in het land dat overvloeide van melk en honing niet veranderden. Waarin niet? In het volgen van de richtlijnen voor de menselijke samenleving die ze in de woestijn van God hadden gekregen. Dat konden ze dus niet volhouden. Samen delen en zorgen voor je naaste als voor jezelf. Daarbij hoort dan ook de afdracht aan de Tempel, de tienden. Niet iedereen kan immers altijd hetzelfde opbrengen. Toch zal iedereen de rituele maaltijd moeten kunnen vieren met de Levieten, de familie, de armen de vreemdelingen. Daarvoor is een Tempelschat, een belasting die dient om het delen van het hele volk mogelijk te maken. En het niet betalen van belasting wordt in deze profetie “stelen van God” genoemd. Een zware misdaad. Vandaag de dag lijkt die misdaad soms wel verworden tot een nationale sport. Hoe zorgen we dat we weinig of geen belasting betalen over ons inkomen.
Hoe rijker men is hoe meer de sport wordt bedreven en hoe handiger het ontduiken van belasting gedaan wordt. De armsten in ons land betalen dus naar verhouding de meeste belasting en de rijken krijgen naar verhouding de meeste subsidie. Geen wonder dus dat de inkomensverschillen toenemen en de sociale onvrede oploopt. Het wordt tijd om dat te bestrijden. De accijnsverhogingen op fossiele brandstoffen worden met drogredenen bestreden. De opbrengst zou niet aan de wegen worden besteed of aan CO2 reductie. De opbrengst zou in de algemene middelen verdwijnen. Maar CO2 reductie moet gebeuren door bomen te planten, en boeren te helpen.Die bomen en de boeren worden betaald uit de algemene middelen. Het idee om rijken toch iets meer te belasten dan de armen wordt met hoongelach begroet. Dan gaan ze naar het buitenland en dan nemen ze werkgelegenheid mee en neemt de armoede dus toe. Dat de vraag naar producten mee de werkgelegenheid bepaald wordt verzwegen want dan zou een forse verhoging van de laagste inkomens te rechtvaardigen zijn,
Om de werknemers te dwingen later met pensioen te gaan moet het slecht gaan met de pensioenfondsen die hun geld in aandelen hebben belegd. Dus horen we over dalende aandelenprijzen waardoor de waarde van pensioenfondsen daalt. Eerlijk delen tussen arm en rijk gebeurt dus nog steeds niet. Niet alleen is er sinds de dagen van Jacob weinig verandert ook sinds de dagen van de ballingschap, eeuwen later, is er tot op de dag van vandaag niet veel verandert. Pas als we eerlijk willen delen, echt willen zorgen voor elkaar dan zal honger verdwijnen en is het mislukken van een oogst op de ene plaats niet meer zo erg doordat van een andere plaats hulp komt. Dan kunnen we vluchtelingenstromen voorkomen, mensen hoeven dan niet meer te vluchten voor honger, armoede en uitzichtloosheid. Dan moeten we niet bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking, zeker niet de hulp overlaten aan de bedrijven en dus aan de rijken, maar dan moeten we onze inspanningen te helpen verdubbelen. Dan wordt de hele wereld een heerlijk land.