Matteüs 24:29-35
29 Meteen na die tijd van verdrukking zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. 30 Dan zal het teken van de Mensenzoon verschijnen aan de hemel, en alle volken op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. 31 Dan zal Hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere. 32 Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. 33 Zo moeten jullie ook weten, wanneer je dat alles ziet, dat Hij in aantocht is en heel dichtbij. 34 Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. 35 Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit. (NBV21)
Kleine grapjes staan ook in de Bijbel. Als het lente is lopen de takken van de bomen uit, komen er weer bladeren en verschijnt de bloesem. Als dus de takken gaan uitlopen, de bladeren verschijnen en de bloesem uitbot dan wordt het lente. Als het regent worden we nat. Door de hele geschiedenis heen zijn mensen bezig geweest om uit te rekenen wanneer het einde der tijden gekomen zal zijn. Steeds als het wat slechter met de mensen gaat komen er meer mensen die zeggen te weten wanneer het afgelopen zal zijn. Ook bij zogenaamd bijzondere jaartallen gaan mensen op bergtoppen zitten of met een hele groep in een afgesloten huis in de overtuiging dat het einde der tijden is gekomen. Vandaag kunnen we zeggen dat ze ongelijk hebben maar de vaste overtuiging van de bewering brengt je nog wel eens aan het twijfelen. En dat hoeft niet.
Waar het om gaat is de vraag of we klaar zijn voor het einde van de geschiedenis en de nieuwe hemel en aarde die ons zijn beloofd. Dat na de donkere winter de lente zal komen is iets dat vast staat. Het antwoord op de vraag of we klaar zijn voor de eeuwige lente is helder. Er is nog veel vrede te winnen, er is nog veel armoede uit te bannen, er moeten nog veel mensen mee mogen doen. Niet iedereen is in de zomer in de gelegenheid voldoende te verzamelen voor de winter. In onze samenleving is dat ook niet meer letterlijk te nemen en is de overheid er voor om dat wat verzameld wordt eerlijk her te verdelen. En natuurlijk doet de overheid dat nooit echt goed.
De rijken hebben hun eigen partijen om er voor te zorgen dat ook bij de verdeling door de overheid de rijken rijker worden en de armen arm blijven. Voor mensen die de winter echt niet meer door kunnen komen hebben we voedselbanken en de hulp aan mensen in arme landen die niet meer te eten hebben moet via particuliere organisaties komen. Die oefening in eerlijk delen hebben we dus meer dan nodig. Die oefening is voor Christenen een godsdienstoefening, je naaste liefhebben als jezelf was immers hetzelfde als God liefhebben boven alles. Zoals je oefent voor de schooluitvoering, een sportwedstrijd, de speech op een bruiloft of jubileumfeest kunnen we ook oefenen voor de nieuwe wereld van God. Jezus van Nazareth zegt zelfs ergens dat we alvast maar moeten leven alsof die nieuwe wereld er al is. We moeten waakzaam zijn staat er.