Lucas 6:20-26
Voor mensen die regelmatig collecteren voor een goed doel is het een bekend verschijnsel, je haalt meer op in een wijk met arme bewoners dan in een wijk met rijke medemensen. Arme mensen hebben nu eenmaal niets anders te verliezen dan de liefde voor elkaar en die liefde hebben ze hard nodig om te kunnen overleven. De armen weten hoe het is om door de woestijn te trekken, je hebt elkaar en de liefde voor elkaar, meer dan hard nodig. Voor de Bijbel is arm zijn geen ideaal, uiteindelijk is het Koninkrijk van Liefde voor armen weggelegd. Maar rijkdom wordt veroordeeld want de rijken vergeten nu eenmaal vaak hun rijkdom te delen. Dat er armen zijn komt ook omdat er rijken zijn die de armen geen kansen geven. Juist de mensen die opkomen voor de armen en die de rijken aanspreken op hun plicht te delen worden verguisd. Jezus van Nazareth wist dat en spreekt hen in dit gedeelte moed in. “Gelukkig zijn jullie” vertaalt de Nieuwe Bijbelvertaling. “Zalig” heette dat in oudere vertalingen en trouwens ook nog in de Naardense Bijbel. “Makarios” staat er in de oorspronkelijk griekse tekst en ouderen onder ons denken gelijk aan een Cypriotische Bisschop die zijn volk vrij maakte van Griekse en Turkse overheersing en naar onafhankelijkheid voerde. Hij moest wel toestaan dat een klein Turks deel van zijn eiland zich ook onafhankelijk verklaarde en dat conflict beheerst nog de ontwikkeling van de Europeese Unie. Het woord Makarios heeft met geluk te maken maar ook met voorspoed. Daarom is het woord zalig verlaten. Zalig klinkt nu te veel als uiting van genot, we hebben immers de afgelopen dagen zalig gegeten en gedronken. Met dat genot heeft het niets meer te maken. Wel met voorspoed want met armen kan het alleen nog maar beter gaan. Voorspellen dat de armen voorspoed te wachten staat is eenvoudig, slechter kan het niet gaan en alles wat maakt dat het beter gaat is voorspoed. Ooit verdeelde Jozua het land Israel onder alle gezinnen. Ieder gelijk, en ze spraken af dat elke vijftig jaar teruggekeerd zou worden tot dit uitgangspunt. Armoede die in de tussentijd zou ontstaan zou niet uitzichtloos behoren te zijn. Wij beginnen morgen de tijd van soberheid, de tijd van vasten en inkeer. Ook die tijd is niet uitzichtloos want die wijst naar de overwinning op de dood. Maar die overwinning komt pas als we de tegenstelling rijk en arm weten te overwinnen. Op 7 maart kunnen we onze nieuwe regering daarvoor een teken geven.