De naam van de Heer

Romeinen 10:5-13

5 Mozes zegt over de rechtvaardigheid die op grond van de wet verkregen wordt: ‘Wie doet wat de wet voorschrijft, zal leven.’ 6 En dit zegt de rechtvaardigheid die geschonken wordt op grond van geloof: ‘Zeg niet bij uzelf: Wie zal opstijgen naar de hemel?’ -dat wil zeggen: om Christus naar beneden te brengen. 7 Of: ‘Wie zal afdalen naar de onderwereld?’ -dat wil zeggen: om Christus bij de doden vandaan naar boven te brengen. 8 De rechtvaardigheid zegt iets anders: ‘Het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart’ -en dat betreft de boodschap van het geloof die wij verkondigen. 9 Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. 10 Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. 11 Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ 12 En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die Hem aanroepen, 13 want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ (NBV21)

De Naam van de Heer aanroepen. Wat moet je daar nu weer mee? Kennelijk wordt jou dan niet aangerekend dat het een rotzooi in de wereld is. Maar we roepen toch al dat de God van Israël één is en de enige God, schepper van Hemel en aarde en zo. Is dat dan niet genoeg? Jezus zelf zei eens dat het niet gaat om hen die “Here, Here” roepen maar om hen die doen de wil van de vader. Het gaat dus niet om dat “Heer” zijn van God maar om zijn naam. In het Hebreeuws bestaat die naam uit vier letters en die worden nooit uitgesproken. Maar ooit werd die Naam aan Mozes bekend gemaakt en toen kon die in het Nederland vertaald worden als “Ik zal er zijn” Dat was het antwoord van die God op het leed dat zijn volk werd aangedaan in Egypte.

En daarmee zijn we bij Mozes waarnaar verwezen wordt in het eerste deel van dit Bijbelgedeelte. Die heeft het over de Tora, de leer van Mozes zoals die in de eerste vijf boeken van de Bijbel staat beschreven. Ten onrechte wordt dat bij ons meestal als “Wet” vertaald. Het is meer dan een Wet heeft Jezus ons geleerd, het is een manier van leven waarmee die Tora wordt vervuld. Wij zeggen dan dat het de richtlijnen zijn voor de menselijke samenleving en als je leeft volgens die richtlijnen dan komt die menselijke samenleving er ook. Niet omdat Christus weer zal opstaan, of weer uit de Hemel wordt gehaald, al dat Jezus gedoe wordt door Paulus hier verworpen, maar omdat Jezus ons geleerd heeft in leven, sterven en opstanding dat die Tora kan worden vervuld en dus dat die totaal andere wereld er ook komt.

Dat is dus geloven en dat moet je doen om niet beschuldigd te worden bij te dragen aan de rotzooi in de wereld. En als ze vragen waarom? Dan ligt het antwoord vooraan op je lippen, omdat die andere wereld er waarachtig wel zal komen, zeker als iedereen daarin gaat geloven en er aan mee gaat werken. God heeft ons die wereld gegeven, hij ligt voor ons voor het grijpen. De mensen kunnen niet eeuwig blijven lijden, het zal niet zo zijn dat delen van de aarde ontvolkt worden omdat andere delen vinden dat het bij hen niet op moet kunnen. We zijn nu eenmaal samen op de aarde om te delen met onze broeders en zusters en alle mensen zijn nu eenmaal onze broeders en zusters, of ze dat geloven of niet, we zullen het ze laten zien, wij zullen er zijn.

Plaats een reactie