Wie aan de armen geeft

Spreuken 28:21-28

21 Partijdig zijn is slecht, maar men is het al voor een stuk brood. 22 Een hebzuchtig mens jaagt rijkdom na, hij weet niet dat gebrek hem wacht. 23 Wie een ander terechtwijst, zal uiteindelijk waardering krijgen, meer dan iemand die een ander vleit. 24 Wie zijn vader en moeder berooft en zegt: ‘Daar steekt geen kwaad in,’ is niet beter dan een moordenaar. 25 Wie zelfzuchtig is, ontketent ruzie, wie op de HEER vertrouwt, leeft in voorspoed. 26 Wie op zijn eigen verstand vertrouwt is een dwaas, wie wijsheid als leidraad heeft, ontsnapt aan alle gevaar. 27 Wie aan de armen geeft, lijdt nooit gebrek, wie zijn ogen afwendt, wordt door veel vervloekingen getroffen. 28 Komen goddelozen aan de macht, dan zoekt ieder mens een schuilplaats, gaan ze ten onder, dan zullen rechtvaardigen heersen. (NBV21)

Soms lijken de verzen uit het boek Spreuken wel op de teksten die je wel op wandtegeltjes ziet. De postergroep Loesje heeft ook heel nauwkeurig het boek Spreuken bestudeerd, hun Spreuken zijn van onze tijd maar zouden in het boek terecht gekomen zijn als het boek Spreuken in onze tijd geschreven zou zijn. Maar het boek is al heel oud, minstens ouder dan 2000 jaar. En de wereld is niet veranderd. Werken, eerlijk zijn, oog hebben voor de armen, levert over het algemeen nog het meeste op. De dichter van de Spreuken roept eigenlijk voortdurend op om je als mens bezig te houden met dat wat de God van Israël van je gevraagd heeft. Ook het sidderen van de mens voor de Heer slaat hier op. Je eigen gang gaan voert maar tot het kwaad, je naaste liefhebben als jezelf zou altijd je uitgangspunt en doel moeten zijn. Onderdrukken van armen is beestachtig.

Bloed vergieten wordt op allerlei creatieve manieren in het boek spreuken veroordeeld, ook de doodstraf zoals die in de Wetten van Mozes wordt geboden bij zeer ernstige misdrijven. Een verdediging van de doodstraf is daarom altijd in strijd met de Bijbelse uitgangspunten. Politieke Partijen die de doodstraf in hun programma hebben staan zijn dan ook onchristelijke en heidense partijen. En denk nu niet dat het terechtwijzen van mensen die oprecht menen het goede na te streven verkeerd kan zijn. Wie een ander terecht wijst zal uiteindelijk meer waardering krijgen dan iemand die de ander altijd naar de mond praat. Vlijerij en hebzucht komen steeds terug als voorbeeld van het kwade in de Spreuken. Het geven aan armen behoedt je voor gebrek lijden, dat is een ervaringsfeit waar vooral de rijken nooit aan zullen willen.

Daarom moet je altijd goed luisteren naar wie de hoge inkomens wil aanpakken en wie ze in bescherming wil nemen. Wie de grootste staatssubsidie naar de eigenaren van de duurste woningen wil laten gaan en wie de mensen met de laagste inkomens op een fatsoenlijke manier wil laten wonen in het land. Wie een ander berooft is niet beter dan een moordenaar. Dat gaat dus ook op voor het korten op de zorg voor ouderen. Voor het korten op het arbeidsinkomen van gehandicapten.  De Spreukendichter is daar zeer duidelijk over. Het gaat wel over je vader en je moeder maar als je je samenleving zo helpt inrichten dat ouderen tekort wordt gedaan dan wordt ook jouw vader en moeder tekort gedaan. Kortom het gaat er om de armen te geven en er voor te zorgen dat niet de goddelozen aan de macht komen maar de rechtvaardigen heersen. Gelukkig dat we daar elke dag opnieuw voor mogen zorgen, ook vandaag weer.

Plaats een reactie